Overpelt
De 23ste aflevering al van Jo Ruffini van
het Radiomuseum in het Lindel! Hij schrijft:
"Als u via het telefoontoestel hierboven gebeld wordt, gaat u geen bel horen maar het zoetgevooisde stemgeluid van
Marilyn Monroe met het liedje
“I Wanna be loved by you”, waarbij ook het wereldberoemde kleed door het blazen van een ingebouwde ventilator omhoog gaat. (Het originele kleed werd in juni 2011 geveild voor 3,2 miljoen euro – maar dit terzijde). Telefoneren en telegraferen is spreken/schrijven/communiceren op afstand via 1 of 2 draden. Voor de retourlijn werd ook wel eens de aarde als geleider gebruikt. In de vorige aflevering hebben we gelezen dat telefoneren gebeurde door te praten in een microfoon. De opgewekte (zwakke) elektrische trillingsenergie van de microfoon liep dan via “de draad/lijn verbinding” naar de telefoon en zo werd het geluid dan weer hoorbaar gemaakt.
In 1895 bouwde de Italiaan Marconi in de tuin van zijn vader de eerste vonkenzender. De draadloze communicatie/energieoverdracht was een feit. De scheepvaart was er blij mee, want op die manier werd het leven op zee minder eenzaam. De vonkenzenders zijn lang gebruikt – nog tot in 1960 als noodzender. Hoe werkt nu een radiozender? Om het gesproken woord (dus de elektromagnetische trillingsenergie, opgewekt in de microfoon) draadloos te kunnen verzenden hebben we apparatuur nodig die radiosignaalgolven kan zenden, dus een radiozender. Die bestaat uit een aaneenschakeling van elektronische apparaten
(zie hieronder de afbeelding 'blokschema').
De eerste trap is de al eerder besproken microfoon. Deze zet het hoorbaar geluid om in zeer kleine stroomstoten. Dit wordt “laagfrequent signaal” genoemd – het is dan ook heel zwak en niet geschikt om uitgezonden te worden. Dit zwakke signaal moeten we dan in een laagfrequent geluidversterker versterken. Het nu verkregen signaal is nog niet geschikt voor uitzending, maar we moduleren het in de trap met de draaggolf. Omdat het radiosignaal nog te zwak is om vele duizenden kilometers te kunnen overbruggen wordt het in de volgende hoogfrequent trap versterkt. Voor een krachtige zender zijn dan ook zeer sterke stroomstoten nodig met veel energie. Energie betekent warmte, dus de gebruikte glazen bollen van de zendlampen
(cfr. hieronder de foto met links een radiolamp en rechts een zendlamp), spoelen en afstemcondensatoren moesten groter zijn dan de gewone onderdelen die bij een radio gebruikt worden
(op de volgende foto hieronder zijn de kleine afstemcondensator en de spoel op de voorgrond van de begintijd van het radiotijdperk duidelijk zichtbaar). Het nu verkregen radiosignaal is geschikt om uitgezonden te worden en wordt naar de zendantenne gevoerd. De uitstraling van de zendantenne bestaat dan uit golfbergen (net als bij het voorbeeld van de steen die we in het water laten vallen) van elektromagnetische energie. Naargelang de golflengte hadden we voor de radio-ontvangst de Lange Golf, de Middengolf en de Korte Golf. Later kwam FM (frequentiemodulatie). Met de komst van FM was storingsvrije radio ontvangst mogelijk.
Wordt vervolgd…..