Bij het bezoek van ministers Rob Beenders en Caroline Gennez aan het Bocholter
Dorpshuis afgelopen week, stonden niet alleen de werking en visie van het lokaal dienstencentrum centraal, maar vooral ook de
vrijwilligers die het dagelijks draaiende houden: de
Dorpsgenoten.
Mia, Lieve en Jef waren er die dag bij om de ministers te ontvangen – drie van de in totaal zeventien vrijwilligers die zich dagelijks inzetten voor de bezoekers. Zij zijn het eerste aanspreekpunt voor wie het Dorpshuis binnenstapt, heten nieuwe gasten welkom, bieden hulp waar nodig en zorgen ervoor dat alle activiteiten vlot verlopen.
Hun rol gaat echter verder dan praktische ondersteuning. De Dorpsgenoten proberen ook bruggen te bouwen naar inwoners die zich eenzaam voelen en hen aan te moedigen om de stap naar het Dorpshuis te zetten. Op die manier helpen ze mensen om opnieuw sociale contacten op te bouwen en uit hun isolement te komen.
Voor Mia, Lieve, Jef en hun medevrijwilligers is het kunnen uiten van sociaal engagement een belangrijke drijfveer. Als “jong gepensioneerden” willen ze zich ook na hun loopbaan blijven inzetten voor de gemeenschap. Daarnaast hechten ze veel belang aan de inspraak die ze hebben in de werking van het Dorpshuis: hun suggesties en adviezen worden niet alleen gehoord, maar ook effectief meegenomen in de dagelijkse organisatie.
Hun inzet maakt van het Dorpshuis veel meer dan een ontmoetingsplek: dankzij de Dorpsgenoten is het een warme en gastvrije plek geworden waar iedereen zich welkom voelt.
Morgen brengen we een artikel over "het Vragenuurtje'