Het Dorpshuis wil meer zijn dan een gebouw. Het moet een motor worden voor zorgzame buurten, gedragen door inwoners, verenigingen én het gemeentebestuur. Daarbij wordt bewust ingezet op alle leeftijdsgroepen, van jong tot oud. Het een en 't ander werd maandag, tijdens het bezoek van ministers Beenders en Gennez, uitgebreid uit de doeken gedaan.
De werking vertrekt vanuit het principe
Health in All Policies (HiAP). Dat betekent dat gezondheid en welzijn in élk beleidsdomein worden meegenomen — ook in domeinen die op het eerste gezicht weinig met gezondheid te maken hebben. Onderwijs, huisvesting, economie of milieu: ze hebben allemaal invloed op hoe mensen leven en zich voelen. HiAP zoekt dus naar samenwerking en synergie tussen beleidsdomeinen om de gezondheid van de hele bevolking te verbeteren en ongelijkheden te verkleinen.
Die aanpak begint al bij het Huis van het Kind, waarvan de integratie momenteel volop bezig is. “Maar daar stopt het niet,” legde Sanne maandag uit tijdens het ministerieel bezoek. “Eigenlijk begint het daar pas.”
Het Dorpsteam bestaat intussen uit de coördinator van de Lokale Dienstencentra, de deskundige Jongerenwelzijn, de maatschappelijk werkers onderzoek en ontwikkeling en de deskundige Ouderenwelzijn. En zelfs dat is nog niet het eindpunt: op de affiche prijkt nog een lege cirkel die in de toekomst nog ingevuld kan worden. “Al zal dat vermoedelijk niet ‘Ontvangst ministers’ worden,” grapte iemand tijdens het bezoek.
Kort samengevat: door een inclusieve aanpak versterkt het Dorpshuis zijn rol als centrale plek waar iedereen welkom is, waar levensfasen elkaar ontmoeten en waar het aanbod meegroeit met de noden van de bewoners.