In onze weekend-vervolgreeks vertelt Jef Vanbussel verder over wat zijn vader Henri tijdens de Tweede Wereldoorlog mee maakte:
Twee vrienden voor het leven: links Jan Brouwers van Grote-Brogel, rechts Henri Vanbussel, hier in mei 1941. Eén jaar eerder vochten ze als Jagers te Paard nog samen tegen de Duitsers. Op zaterdag 24 mei 1940, vandaag 85 jaar geleden, deden ze dat vanuit Maagd van Gent , een buurtschap in Zeeuws-Vlaanderen, 15 km zuid-westelijk bezijden Terneuzen.
In de nacht van de 19de op de 20ste mei waren de Jagers vanuit Dendermonde via Zelzate en Sas van Gent achter het kanaal Gent-Terneuzen terechtgekomen. Henri Vanbussel schrijft daarover: “ Bij valavond kregen ook wij op de 19de mei de opdracht om ons vanuit de streek rond Dendermonde weer verder terug te trekken, zodat we de volgende dag in de streek rond Zelzate terechtkwamen. Daar zou het er harder aan toe gaan, want wat er nog restte van het Belgisch leger, zou er steeds meer ingesloten raken door het Duitse leger.”
Eerst werd de Detachementsgroep waartoe Jan Brouwers en Henri Vanbussel behoorden naar Breskens aan de Westerschelde gedirigeerd. Daar moesten ze de Duitsers die vanuit Vlissingen de Westerschelde over wilden, weerwoord (trachten te) bieden.
Maar in de loop van de 23ste mei moest Gysels met zijn groep op bevel maar weer eens verkassen. Het werd Maagd van Gent dit keer. Daar moest de (noord)oostelijk oprukkende vijand worden vertraagd.
In Maagd van Gent waren de Jagers om ± 4 uur ’s ochtends aangekomen. Ze werden er achter het Isabellakanaal geposteerd. Voorziene steun kregen ze van de eigen artillerie. Die viseerde de 24ste mei tussen 17.30 u en 21.00 uur Terneuzen met erg hevig artillerievuur. Een Belgische voltreffer kostte de Duitse 227ste Infanteriedivision 4 doden en 22 zwaargewonden. De 227ste sloeg op 25 mei met volle kracht terug. De vermoeide en allicht ook gestresste Belgen kwamen die dag onder zwaar vijandelijk artillerievuur te liggen.
Ondertussen was de oorlog al zijn derde week ingegaan. Het kan niet anders dan dat in de stellingen vol vermoeide en gestresste soldaten met regelmaat tot onderlinge conflicten leidde. In zo’n ‘kleine oorlog’ op een ‘klein slagveld’ kon het plots over meer dan alleen maar over de Duitsers gaan…
Eén voorval waarover Henri Vanbussel bericht, illustreert dat. Misschien heeft het eerder dan die 24ste mei plaatsgevonden, misschien zelfs elders dan in Zeeuws Vlaanderen. Maar dat doet er niet toe. Op zijn manier is het illustratief.
“Op een dag waren we bij valavond nog ongeveer 500 meter van de vijand verwijderd. Die zat verscholen in een dennenbos. (….) Mijn vriend Jan Brouwers van Grote-Brogel (…) wou die Duitsers in dat bosje “eens wakker maken”. Hij stak een aantal vuurkogels in zijn geweer en schoot er een stuk of tien het bosje in. Dat stond een kwartier later in brand. Maar die Duitsers waren ondertussen zo goed wakker geworden, dat ik nu nog niet begrijp, hoe wij het er daar levend vanaf hebben gebracht. Rond ons stond binnen vijf minuten alles in vuur en vlam. “We moet bidden! We moeten bidden!” riep een van onze medesoldaten, een zekere C. uit B. “Niks te bidden“, antwoordde Brouwers, “hier moet geschoten worden!” Toen C. maar bleef jammeren om die weesgegroetjes, werd het Jan teveel: “Hou op met je gezeur. Toen wij in het Kamp ( van Beverlo) naar de mis gingen, werden we door jou altijd uitgelachen. Nu moet er milj***de niet gebeden worden, maar geschoten!”
Jef Vanbussel
De kaart hier beneden geeft een idee van het stuk Zeeuws Vlaanderen waar de Jagers rond de 24ste mei streden. Bovenaan Breskens aan de Westerschelde, rechts het kanaal Gent-Terneuzen, onderaan het kanalenstelsel met het Leopoldkanaal. Daar sloot het Isabellakanaal op aan. Dat laatste staat niet op de kaart. Het symbool met ChCh ( Chasseurs à Cheval / Jagers te Paard) geeft bij benadering de destijdse positie van de Jagers aan. De kaart werd overgenomen uit de Fabrideckers, ‘ De veldtocht van het Belgische leger in 1940’.