Eddy Bruyninckx, afgevaardigd bestuurder van het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, reageert vandaag in Knack zowel opgelucht als op zijn hoede op het nieuws dat Nederland alsnog instemt met het historische tracé voor de IJzeren Rijn. Maar hij vindt dat 2018 als startdatum niet door de beugel kan. "In 2005 oordeelde het Internationaal Arbitragehof dat België wel degelijk aanspraak kon maken op het gebruik van de IJzeren Rijn in Nederland", brengt Bruyninckx in herinnering. "Sindsdien heeft België ondubbelzinnig gesteld dat er geen avonturen meer mochten volgen qua timing: de IJzeren Rijn moest heropend kunnen worden tegen 2015. Als dat nu begin 2016 wordt in plaats van eind 2015, zullen we daar niet over vallen. Maar 2018 kan voor ons niet door de beugel. We weten uit ervaring - met de Scheldeverdragen - dat de Nederlanders voor hun verplichtingen tegenover ons graag de Franse slag hanteren. Onze regering zal ze dus dicht op de huid moeten blijven zitten."
De IJzeren Rijn vormt voor Antwerpen een snellere spoorverbinding (via Noord-Limburg) tussen de haven en het Duitse Ruhrgebied. "Dat maakt Antwerpen
aantrekkelijker als aanleghaven en de industrie in het Ruhrgebied minder
eenzijdig afhankelijk van de verbinding met Rotterdam", aldus Bruyninckx.