Het spoortracé IJzeren Rijn kan pas volledig in gebruik worden genomen als het voldoet aan dezelfde kwaliteits- en veiligheidseisen als de nieuwe Betuweroute in Nederland. De daarvoor benodige tunnels, ongelijkvloerse kruisingen, geluidsschermen en andere veiligheidsmaatregelen vergen
een investering van miljarden euro's. Dat bleek vandaag tijdens een hoorzitting in de Nederlandse Tweede Kamer. Lokale en regionale bestuurders uit Nederlands-Limburg maakten daar duidelijk dat de spoorlijn aan een lange reeks eisen moet voldoen, voordat uitbreiding van het aantal goederentransporten in beeld komt.
De IJzeren Rijn is een voor vooral België belangrijke spoorverbinding die de haven van Antwerpen verbindt met het Ruhrgebied in Duitsland, via Lommel, Overpelt, Neerpelt en Hamont-Achel. De historische spoorlijn komt Nederland binnen onder Weert en voert via Roermond over de grens met Duitsland naar Mönchengladbach. Het laatste
deel van het tracé loopt dwars door Nederlands nationaal park De Meinweg en is al
sinds begin jaren negentig van de vorige eeuw niet meer in gebruik.
Op een enkeling na is iedereen het er wel over eens dat er in de toekomst geen goederentreinen meer door De Meinweg zullen denderen. De meningen zijn zeer verdeeld over welk tracé het dan wel moet worden en hoeveel treinen er op termijn mogen gaan rijden. Schattingen lopen uiteen van enkele tientallen tot 130 treinen per dag. Wethouder Frank Walkate van de gemeente Cranendonk, wees er tijdens de hoorzitting op dat de bestaande spoorlijn "de leefbaarheid enorm aantast". Hij vreest nog meer geluidsoverlast en grotere veiligheidsrisico's als er meer treinen gaan rijden door het dorp Budel-Schoot. "Het is onaanvaardbaar als het zonder aanvullende
maatregelen zou doorgaan."
Volgende week debatteert de Nederlandse Kamer met minister Camiel
Eurlings van Verkeer over de IJzeren Rijn.