Neerpelt
Kris Lantin is even terug uit Peru. Zijn verhaal...
'De aardbeving van 15 augustus in de provincie Ica, Peru liet haar sporen na. Het dorpje Chincha, waar ik werkzaam ben als vrijwilliger, blijft ook na een half jaar nog steeds voor driekwart verwoest achter. Het lijkt wel of er niets gebeurd is op die zes maanden tijd. Mensen leven nog altijd in een tent of in een houten krotje voor de restanten van hun getroffen woonst terwijl het leven verder kabbelt. De mensen hebben het al moeilijk genoeg om hun hoofd boven water te houden door de enorme inflatie van de voedingsproducten, laat staan dat ze er aan denken om hun vernielde woonst terug op te bouwen. Toch wordt er in het centrum volop gebouwd. Winkels, restaurants of officiële instanties willen zo snel mogelijk hun activiteiten herstarten. Ook heel wat bewoners proberen zelf aan de slag te gaan en bouwen beetje bij beetje hun huis weer op.
De sfeer is allerminst grimmig, al blijft het ’s nachts opletten voor groepjes op rooftocht. Gelukkig reageert de bevolking als één geheel en helpt men elkaar, indien nodig, bij het verdedigen van eigen woonomgeving.
Zelf vrees ik dat de bevolking het ergste leed nog niet door is. Vele mensen gaan een door de regering gestimuleerde goedkope lening aan, niet goed beseffend wat een lening juist inhoudt. Ook de vergoeding van 6000 sol (circa 1500 euro) die de overheid betaalt aan de mensen die getroffen zijn, komt langzaam aan, al komen de slachtoffers daar niet verder mee dan het leggen van een fundering. (Vanaf nu wordt de bevolking verplicht om te bouwen met een fundering!)
Het tehuis was gelukkig niet zwaar getroffen door de aardbeving. Ook hier is de schade aan de omwallingen nog niet hersteld. Dit is een kost die ik momenteel niet kan betalen. Het herstellen van de hele muur rond het hele terrein van het tehuis kost zo'n 30.000 euro en dat bedrag kan ik niet aan. Er zijn andere prioriteiten dan het herstellen van de muur, al blijft het gevaarlijk voor de kinderen om te spelen in de buurt van muren die elk moment kunnen omvallen of instorten. Maar ze helemaal neerhalen kunnen we ook niet uit veiligheidsoverwegingen naar de meisjes toe.
De bouw van het tweede tehuis is voor mij wél een prioriteit. Die bouw vordert goed en momenteel zijn we het hele huis aan het bezetten. Eind juli is alles klaar en eind september ontvangen we de eerste meisjes die achttien geworden zijn, het tehuis Paul Harris moeten verlaten en nergens terecht kunnen. Zij kunnen in ons nieuwe tehuis ‘begeleid zelfstandig wonen.’ De nood voor het afwerken van het tehuis dringt zich op. We krijgen heel wat nieuwe jongeren binnen na de aardbeving. Heel wat kinderen leven op straat en heel veel jongeren komen terecht daar waar het snelst geld te verdienen valt, namelijk in de prostitutie.
Naast de bouw van het tweede tehuis hebben we nog tal van andere zaken verwezenlijkt. We richtten een kapsalon in, zodat de meisjes die haartooi volgen dit ook in het tehuis kunnen uitoefenen. We kochten een hele bibliotheek met lees- en studieboeken aan, hielden een overlevingstocht met de kinderen, verfraaiden de gevels, bouwden vliegenramen om vieze insecten buiten te houden en nog veel meer…'