Overpelt
In aflevering 13 van deze reeks sprak Jo Ruffini van het
Lindelse Radiomuseum over de
radio-ontvanginstallatie, zeg maar de
radio. Hiervoor waren aanvankelijk diverse accu’s en batterijen noodzakelijk. Je had bovendien een apart apparaat nodig om je accu op te laden
(eerste foto hieronder). Later werden apparaten ontwikkeld die van wisselstroom gelijkstroom konden maken - een accu levert immers gelijkstroom. Zo’n apparaat heet een
plaatspanningsapparaat . Op de foto hiernaast is een Körting plaatstroomapparaat te zien. Onderaan een kopie van een advertentie voor een Philips plaatspanningsapparaat uit 1927 in een Frans radioblad. Op beide apparaten zijn duidelijk de verschillende instelspanningen af te lezen. Voor de goede werking van de lamp in de radio-ontvanginstallatie had men diverse spanningen nodig, want in een radiolamp zaten verschillende roosters of platen die voor de goede werking ook positieve of negatieve spanning nodig hadden.
In die tijd waren er heel veel fabrieken en dus ook veel merken die dergelijke radio's produceerden en verkochten. Philips had bij zijn eerste toestel een heel vernuftig en compacte
druppelgelijkrichter om de accu’s op te laden
(foto uiterst rechts hieronder). Het was al een heel gebruiksvriendelijk apparaat; men kon alles gelijktijdig aansluiten en het loskoppelen van de accu om hem op te laden was niet nodig. Er zat een knop op die je kon omzetten: acculaden of luisteren naar de radio.
Al met al bleef het een heel gedoe om een radio te kunnen laten spelen, maar als het uiteindelijk toch lukte was dat voor die tijd ook weer een heel wonder...
(Wordt vervolgd)