Op ’t Lindel in Pelt vieren
Ellen Kerkhofs en Thomas Hamblok dit jaar een bijzondere mijlpaal: twintig jaar Bakkerij DeCaré. In een tijd waarin warme bakkers steeds zeldzamer worden, slagen zij erin om hun zaak niet alleen recht te houden, maar ook te laten bloeien.
Thomas is een bakker in hart en nieren, al leek zijn levenspad hem even elders te brengen. Zijn grootvader stond achter de oven in Lommel, zijn ouders runden jarenlang een bakkerij in Leopoldsburg. Zelf maakte hij kort een zijsprong: enkele jaren als barman in Dancing De Carré en een periode in de wegenbouw. Maar de roep van het brood was sterker.
Op zijn 27ste nam hij de zaak op het Lindel over. De naam DeCaré is een knipoog naar die periode in de dancing.
Tien jaar geleden kwam Ellen erbij. Ze begon als weekendhulp, werd verliefd op de bakker, en groeide uit tot mede-zaakvoerder en spilfiguur in de winkel.
Groei en keuzes
De voorbije twee decennia werd er veel verwezenlijkt. Er kwam kort een tweede winkel in Kleine Brogel, maar gezondheidsproblemen bij personeel maakten dat avontuur moeilijk vol te houden. In 2020 besloten ze resoluut voor één vestiging te kiezen. “Beter alles op één plek dan half werk op twee plaatsen,” zegt Ellen.
Een jaar later kochten ze het voormalige KBC-gebouw en verbouwden dat tot een moderne bakkerij mét koffiehoek. “Een concept dat je in grotere steden vaak ziet, maar in Pelt nog niet,” legt Ellen uit. “Een tas koffie met een stukje gebak, rechtstreeks van bij de warme bakker: dat spreekt mensen aan.”
Nachtwerk als levensstijl
Het leven van een bakker blijft zwaar. Thomas begint meestal rond half één ’s nachts. Soms al vroeger, soms tot in de vroege namiddag. Slaapritme? Versnipperd, maar volgens hem “een levensstijl geworden na dertig jaar in het vak.” Ellen lacht: “Ik zou het niet kunnen, maar voor hem is het vanzelfsprekend.”
Een team van 25 mensen
DeCaré telt intussen een ploeg van zo’n 25 medewerkers, al is het merendeel flexi’s en studenten. In de bakkerij werken ze meestal met twee tegelijk, om de stroom van brood, pistoleetjes, taarten en vlaaien tijdig klaar te krijgen. “Op een doorsnee weekend bakken we duizenden pistoleetjes en zo’n driehonderd broden,” zegt Ellen. “En dan nog al dat gebak erbovenop.”
Evolutie in smaken en klanten
Het assortiment veranderde mee met de tijd. Donuts, charcuterie, belegde broodjes en een koffiehoek waren twintig jaar geleden niet vanzelfsprekend. Vandaag horen ze erbij. “Mensen willen op één plek winkelen,” zegt Ellen. “Brood, koffiekoek én beleg in één keer.”
Ook het klantenbestand schoof door. Waar vroeger de oudere generatie trouw hun zondagse vlaai kwam halen, zien ze nu steeds meer jonge gezinnen. “Die kiezen vaker voor individuele gebakjes of iets nieuws dat er leuk uitziet, minder voor de klassieke familiestukken.”
Tussen passie en uitdaging
De sector is niet eenvoudig. Supermarkten nemen marktaandeel in en veel mensen weten het verschil tussen warme en koude bakker niet meer. Toch houden Ellen en Thomas vast aan hun ambacht. “Zoveel mogelijk maken we zelf: koffiekoeken, taarten, soezen. Dat kost tijd, maar daar ligt ons hart.”
En klanten waarderen het. Zeker wanneer ze tijdens schoolbezoeken of kijkdagen een blik achter de schermen krijgen. “Dan zien ze hoeveel werk er kruipt in één pistoleetje. Dat maakt indruk.”
Toekomst
Een pensioen? Dat lijkt nog ver weg. Voorlopig blijven Ellen en Thomas met volle energie in hun zaak staan. “Het is zwaar, maar het is ook ons leven,” zegt Ellen. “En zonder ons team zouden we hier niet staan. Daarom kiezen we straks ook de groepsfoto voor de herinnering aan ons twintigjarig bestaan.”
Twintig jaar Bakkerij DeCaré: een verhaal van passie, nachtarbeid, keuzes en klanten die steeds opnieuw de weg naar ’t Lindel vinden.
Marc Faes