Tijdens het Talentfestival op 21 juni in Pelt leerden we Paulien Hulsbosch kennen, ondernemerscoach bij Starterslabo. Zij gaf daar informatie aan bezoekers met een ondernemersdroom. “Het viel op hoeveel mensen met een idee rondlopen, maar totaal niet weten waar te beginnen,” zegt ze. “En dat is exact waar wij bij kunnen helpen.”
Recent werd nog bekend gemaakt dat Limburg in 2024 de enige provincie was met een stijgend aantal startende ondernemers. Helaas werd die tendens dit jaar niet doorgezet, als reden wordt de toegenomen economische onzekerheid aangehaald.
Ondernemersorganisaties pleiten voor een stimulerend ondernemersklimaat met minder administratieve druk en een betere begeleiding. Rond dat laatste thema gingen wij in gesprek met de Hamontse Paulien Hulsbosch.
Ondernemen begint met een idee. Maar hoe weet je of dat idee haalbaar is? En hoe begin je eraan zonder meteen kopje onder te gaan?
Allemaal vragen waarop het antwoord steeds vaker wordt gezocht bij Starterslabo, een organisatie die al twintig jaar (startende) ondernemers begeleidt, aldus Paulien. Vanuit hun Limburgse basis in Genk, en via partnerschappen met o.a. VDAB en Syntra, bereiken ze nu ook meer en meer het noorden van de provincie.
Drie trajecten, voor elk profiel
Starterslabo biedt drie trajecten aan die afgestemd zijn op de situatie van de kandidaat-ondernemer:
• Start: het kortste traject, toegankelijk voor iedereen. In zes workshops en twee individuele gesprekken leert men het eigen ondernemersidee uitwerken, inclusief marktonderzoek, commerciële strategie en financieel plan. Dit traject kost €215 voor de deelnemer, terwijl de werkelijke waarde rond de €2.100 ligt – de rest wordt gesubsidieerd door de Vlaamse overheid.
• Labo: een intensiever traject van maximaal één jaar, enkel voor werkzoekenden of uitkeringsgerechtigden die via VDAB/GTB of OCMW doorverwezen worden. Deelnemers kunnen tijdens het traject al starten als ondernemer, maar onder het ondernemingsnummer van Starterslabo. Ze behouden hun uitkering, krijgen een coach toegewezen en leren gaandeweg hoe ze zelfstandig kunnen ondernemen.
• Jumpstarters: gelijkaardig aan Labo, maar met een belangrijk verschil: de deelnemer start onmiddellijk onder zijn of haar eigen ondernemingsnummer. Ook hier gebeurt de doorverwijzing via VDAB of GTB, en wordt het traject volledig gesubsidieerd.
“Voor heel wat mensen is ondernemen spannend en nieuw. Vooral het financiële luik boezemt veel deelnemers angst in. Maar net daarin begeleiden we hen: wat wil je maandelijks overhouden? Wat zijn je kosten, en hoe kom je aan klanten? Dat inzicht maakt vaak het verschil tussen dromen en doen,” aldus Hulsbosch.
Vanuit een veilige testomgeving naar echte zelfstandigheid
Wat Starterslabo uniek maakt, is dat het ondernemers in spe een realistische testomgeving biedt. Ze kunnen hun idee uitproberen terwijl ze nog een vangnet hebben. “En het werkt,” zegt Hulsbosch. “Uit cijfers blijkt dat meer dan 90% van wie bij ons een traject volgt, drie jaar later nog steeds actief is als ondernemer.”
Starterslabo ziet zichzelf niet als concurrent van organisaties zoals Unizo of Voka, maar eerder als aanvulling. “Bij ons starten mensen vaak zonder economische achtergrond. Kappers, tuinaannemers, coaches, mensen met een passie, maar weinig commerciële of financiële bagage. We maken alles heel tastbaar. Zo beseft een kapper bijvoorbeeld dat hij 100 klanten per maand moet knippen aan een bepaald tarief om rond te komen.”
Nood aan zichtbaarheid in Noord-Limburg
Hoewel Starterslabo al jarenlang actief is in Limburg, is hun werking in Noord-Limburg nog te weinig bekend. “We hopen daar nu verandering in te brengen. We zijn in gesprek met gemeentes zoals Pelt om ook daar trajecten op te starten of om partnerschappen aan te gaan. Ondernemerschap stimuleren begint bij lokale verankering.”
De volgende dagen zal Starterslabo in samenwerking met Internetgazet enkele deelnemers uitlichten die succesvol hun traject doorliepen. “Niet als reclame,” benadrukt Hulsbosch, “maar als herkenbare verhalen voor anderen die misschien twijfelen. Het kan hen net dat extra duwtje in de rug geven.”