Hoe kunnen vogels, zonder GPS, de weg vinden? Een Duits onderzoek toonde aan dat ze zich kunnen oriënteren met behulp van het
aardmagnetisch veld; ook licht speelt daarbij een belangrijke rol. De Duitse biologe Katrin Stapput rustte roodborstjes uit met oogkleppen en ontdekte zo dat vooral het rechteroog belangrijk is voor de navigatie. Dit dominante oog zorgt ervoor dat een vogel de variaties in lichtintensiteit en daardoor objecten kan waarnemen. Speciale receptoren in het oog passen zich voortdurend aan het aardmagnetische veld aan. Door de gegevens van beide te koppelen weten ze precies waar ze zitten.
Meer info