Deze middag werd in de Beringse volkstuintjes aan de Motten het biodiversiteitsproject 'Beringen en de bijen' voorgesteld. Het aantal honingbijen en wilde bijen gaat de laatste jaren sterk achteruit. De combinatie van voedseltekort, gebrek aan nestgelegenheid en het gebruik van pesticides verzwakt de bijenpopulaties. De stad Beringen besloot om actie te ondernemen en de noodlijdende wilde bijen met concrete acties te ondersteunen. In de winter van 2016 en het voorjaar van 2017 heeft Regionaal Landschap Lage Kempen samen met de Stad Beringen een aantal locaties op grondgebied van Beringen bijvriendelijk ingericht. Om het de wilde bij naar haar zin te maken, werd er voor 21.630 euro geïnvesteerd. De provincie Limburg droeg hierin 19.467 euro bij, dit in het kader van het biodiversiteitsproject’ Beringen en de bijen’. De stad Beringen paste het restbedrag van 2.163 euro bij.
Frederik Faveere van het Regionaal Landschap Lage Kempen: “Afgelopen winter en dit voorjaar verwijderden we een aantal bomen langs de toegangsweg tot het volkstuintjescomplex en zaaiden we de stroken in met inheemse kruiden en bloemen. De bomen aan de rand van het bos werden in hakhoutbeheer gezet. Door dit beheer kunnen de bomen verjongen omdat ze na het kappen terug uitschieten. Het ruige grasland werd gemaaid en omgevormd tot hooiland. De wilgen en bramen gaven we meer ruimte zodat ze terug kunnen bloeien. Al deze maatregelen trekken – nu al - veel meer bijen en vlinders aan.”
Het volkstuintjescomplex De Motten ligt in een bosrijke omgeving. Door de uitgevoerde werken valt er meer licht in de tuintjes. Veel bijen, vlinders en andere insecten profiteren hiervan. Meer licht betekent immers meer bloemen en dus meer voedsel voor de bezige insecten. De extra aantrek van insecten zorgt dan weer voor een hogere opbrengst in de moestuintjes omdat er meer groenten bestoven worden. Tot grote vreugde van de hardwerkende moestuinierders die in ruil sommige groentesoorten zoals ui en prei laten bloeien in plaats van te oogsten. De bloemen hiervan zijn bijzonder in trek bij de bijen.
"Wij dragen als tuiniers ook ons steentje bij. We hebben bijenhotels en planten extra bloemen voor de bestuiving en dat komt bijen en vlinders ten goede", zegt Marc Lambrechts uit Beringen. (foto midden)
Over het hele grondgebied van de stad werden maatregelen genomen om de noodlijdende bij te redden. "Onder de nieuwe hagen die aangeplant werden, zaaiden we klavermengsel in. Zo heeft de groendienst minder werk met het schoffelen tegen onkruid maar vindt de bij ook hier weer voedsel. Doordat de hagen in woonwijken staan, zien mensen van dichtbij dat bijen profijt hebben bij dit soort beheer. We hopen onze inwoners zo aan te zetten om ook in hun tuin bijvriendelijke plekjes in te richten", zegt Gilbert Lambrechts, schepen van duurzaamheid.
Een andere locatie die onderhanden genomen werd, is het park van de Directeurswoning. Dit openbare park wordt door lokale bewoners gebruikt om te ontspannen. Een oude ruïne was de enige plek waar wilde bijen zich konden huisvesten. Hier plaatste de stad een groot insectenhotel zodat er meer nestgelegenheid is voor de bij. Door percelen in te zaaien met bloemenmengsel, vinden de overnachtende bijen er ook stuifmeel en nectar. Niet enkel bijen, maar ook vlinders varen wel bij al deze acties! In het najaar zal er langs het oude kolenspoortracé hazelaar en hondsroos aangeplant worden. Deze inheemse soorten geven meer variatie in het landschap en breiden het voedselaanbod voor de bij uit. Speciaal voor de zandbij, worden er plekjes met zand aangelegd.