Op 1 januari 2025 was bijna de helft van de meerderjarige bevolking van het Vlaamse Gewest gehuwd (2.582.000 personen of 47%). Gescheiden personen en verweduwde personen maakten respectievelijk 11% (iets meer dan 603.000 personen) en 7% (iets meer dan 374.000 personen) uit van de meerderjarige bevolking. Bijna 2.000.000 personen waren ongehuwd (36%).
Sinds 2000 daalt het aantal gehuwde personen van 18 jaar en ouder gestaag. Door uitstel en/of afstel van een huwelijk neemt het aantal ongehuwde 18-plussers toe. Ook het aantal gescheiden personen stijgt doorheen de jaren.
In 2025 was bijna iedereen jonger dan 25 jaar ongehuwd. Op 25-jarige leeftijd was ongeveer 8% van de personen gehuwd en minder dan 0,5% gescheiden.
Tussen 25 en 40 jaar steeg het aandeel gehuwden van 8% op 25 jaar naar ongeveer 49% op 40 jaar, terwijl het aandeel ongehuwden daalde van 92% naar 43%.
Het aandeel gescheiden personen nam in diezelfde leeftijdsgroep geleidelijk toe van ongeveer 0,3% naar iets meer dan 8%.
In de leeftijdsgroep van 40 tot 70 jaar vormden gehuwden het grootste aandeel. In deze leeftijdsgroep daalde het aandeel ongehuwden verder en nam het aandeel gescheiden personen toe tot 21% op 60 jaar om vanaf 60 jaar opnieuw te dalen.
Vanaf 70 jaar daalde het aandeel gehuwden geleidelijk, terwijl het aandeel weduwen en weduwnaars toenam. Op 80-jarige leeftijd was 28% van de personen verweduwd en op 95-jarige leeftijd was bijna 80% van de personen weduwe of weduwnaar.