De
Sint-Martinuskerk in Beek wordt geconfronteerd met ernstige stabiliteitsproblemen die tijdens de huidige dakwerken aan het licht kwamen. Vlaams minister van Onroerend Erfgoed Ben Weyts trekt daarom
€150.000 uit om de situatie snel en grondig aan te pakken.
Bij de lopende restauratiewerken werd vastgesteld dat bakgoten en natuurstenen naar buiten worden gedrukt en dat zelfs de structurele samenhang van het gebouw in het gedrang komt. Dankzij de bijkomende investering kan de volledige dakconstructie verstevigd worden en worden dragende houten elementen vervangen waar dat nodig is. De werken worden meteen geïntegreerd in de reeds lopende dakrestauratie, om verdere schade te voorkomen.
Minister Weyts benadrukt het belang van dit monument:
“De toren van deze Limburgse kerk is al meer dan 1000 jaar deel van het verhaal van Vlaanderen. We gaan zo’n lokaal monument niet kapot laten gaan. Dorpskerken zijn vandaag meer dan religieuze plekken: ze zijn verweven met de gemeenschap, het zijn eigenlijk lokale musea om de hoek.”
De Sint-Martinuskerk behoort tot de oudste gebouwen van de regio. De vroegromaanse toren dateert uit de 10de eeuw, terwijl het laatgotische schip en koor uit de 15de eeuw stammen. Binnen vertellen kruisribgewelven, spitsboogvensters en de torentribune het verhaal van eeuwen vakmanschap.
De totale kostprijs van de stabiliteits- en dakwerken bedraagt €260.000. Vlaanderen neemt 58% voor zijn rekening; de rest wordt gedragen door de kerkfabriek.
De kerk blijft tijdens de werkzaamheden toegankelijk voor erediensten en culturele activiteiten.
Minister Weyts besluit:
“Met deze investering voorkomen we blijvende schade. We verstevigen de constructie zodat de restauratie veilig kan worden afgerond en dit eeuwenoude gebouw nog vele generaties mee kan.”
(Foto Stad Bree)