Kebabzaak BAHRI in de Vredelaan bestaat
weldra 30 jaar. Bahri Arbaz (58) beet in Limburg de spits af met zijn ronddraaiende kebab. Nu kent elk dorp minstens één kebabzaak,
hij was de eerste. "Ja, binnenkort vieren we ons dertigjarig bestaan," vertelt hij terwijl hij naar het venster wijst waar een certificaat hangt met de begindatum.
"Mijn zaak lag eerst hier om de hoek, naast het voormalig belastingkantoor. Toen stonden scholieren in een lange rij aan te schuiven. Het zijn de kinderen die de ouders kebab hebben leren eten. Want eerst wist men niet goed wat dat was. Sommigen dachten zelfs dat het schaap was. Maar het is rundsvlees."
Hoe ben je op het idee gekomen om hier met kebab te beginnen?
Bahri: "In Turkije had ik al ervaring met een restaurant. Ik emigreerde eerst naar Zwitserland waar ik in Genève een kebabzaak had. Toen ik mijn vrouw leerde kennen die al in België woonde, verhuisde ik naar hier. Ik ben 30 jaar getrouwd en al 30 jaar werken we samen in de zaak. Dan moet het toch wel echte liefde zijn? (lacht)"
Vroeger had je een monopolie, nu is er veel concurrentie. Lukt het nog?
Bahri: "Ja, in het begin was er geen MacDonalds of Quick. Er waren zelfs zo goed als geen restaurants in het dorp. Toch bolt mijn zaak goed. 70% van mijn omzet draai ik voor mijn vaste klanten. Iedere middag brengen mijn zonen zakken vol kebabs naar de bedrijven in Europark en Centrum-Zuid. Na de gemeenteraad komen meerderheid en oppositie hier samen eten. Kebab verzoent en overstijgt de politiek."
Hoe vaak wordt de vleesrol vervangen?
Bahri: "Elke dag. 's Avonds wordt het overschot weggegooid of meegegeven voor mensen met een hond. Ook mijn groenten zijn alle dagen vers. Daar maak ik een erezaak van."
Kebabzaak Bahri is elke dag open vanaf 11 uur.
(Jef Lingier)