Ik zou zo graag iets positiefs willen schrijven. Iets wat een gunstige bijdrage levert aan de algemene gemoedstoestand van de mensen om me heen. Echt.
Maar heb je al eens geprobeerd iemand die even met een dipje zat, op te vrolijken terwijl je je zelf zo ziek voelde als een spreekwoordelijke hond?
En als het tegen zit, zit het tegen. Het is woensdag. Ik heb mijn hoestende lijf op pijnlijke ledematen de auto in gesleurd. Even een bezoekje brengen aan de groepspraktijk bij de kerk. Zo kon het immers niet verder, vond ik. En de collaterale ellende begon al meteen: geen vrije parkeerplaats meer. Achteruit terug de Kerkstraat in manoeuvreren. Moeilijk! Vervolgens een ongewone massa volk in de wachtzaal. Dan een heuse file voor de secretariaatsbalie. Eindelijk aan de beurt.
“Nee meneer, het spijt me, maar ik kan voor u deze week geen afspraak maken met uw gewone huisarts.”
Ik slik. Ook dat doet vreselijk pijn.
“Okee, geef me dan maar een van de zes andere dokters in deze praktijk”, kreun ik. Mijn stem is immers ook al pleite. “Het kan me niet schelen welke. Ik heb echt een voorschrift voor medicatie nodig.”
De dame fietst even rond op haar computer. Ze kijkt steeds ernstiger.
“Nee meneer. Echt niet. Kunt u de volgende week komen?”
“De volgende week? Lieve mevrouw, dan ben ik ofwel al vanzelf genezen, ofwel dood.”
Gelukkig zitten er wat medici in de familie. Mijn nichtje – ik val haar node lastig – heeft me onderzocht en zo’n papiertje meegegeven voor de apotheek. En zo bevind ik me momenteel mistroostig aan mijn ronde keukentafel, tussen een batterij capsules, pillen, tabletten en drankjes. En ik slik. Dat doet nu al wat minder pijn, stel ik vast.
Een goede raad van een ervaringsdeskundige: als je ziek wordt, kies dan geen groepskwaal. Mijd epidemieën. Het aantal mensen dat aan hetzelfde lijdt als jij, is omgekeerd evenredig met je kansen op behandeling.
Chel DRIESEN