In een indrukwekkende opmars heeft Diede Derdaele zondag in Genk een knappe podiumplaats veroverd tijdens het NK Rotax Max. De elfjarige kartpiloot uit Lommel moest van ver komen na een moeilijke kwalificatie, maar liet zien wat doorzettingsvermogen kan opleveren. Hij haalde in twee races niet minder dan twintig concurrenten in.
“Ik ben superblij. Eindelijk weer een podium”, zei Diede na afloop met een grote glimlach. Dat hij zondag als derde eindigde in de Minimax-klasse was allesbehalve vanzelfsprekend. Want in de kwalificatie was hij helaas niet verder gekomen dan de 23ste plaats. “Dat kwam doordat ik vastzat achterin”, verklaarde hij. Daarna begon hij een opvallende opmars. “In de prefinale ben ik dan van 23 naar 9 gereden. Dat was wel goed. En dan in de finale ben ik van negen naar drie gereden."
Juist vanwege die inhaalrace smaakte het podiumresultaat extra zoet voor Diede. “Nee, ik had echt niet verwacht dat ik na die kwalificatie nog derde zou worden. Ik was echt blij. Omdat ik gewoon 23 mensen heb ingehaald in twee races”, blikte de jonge Vlaming meer dan tevreden terug.
Wat zijn prestatie nog bijzonderder maakte, is dat Diede zich vooral toelegt op wedstrijden in IAME-kampioenschappen en relatief weinig ervaring heeft in Rotax-races. “Het accent ligt voor mij echt op de IAME”, gaf hij toe. “Ik heb besloten om ook Rotax te rijden om te zien waar ik sta bij de Rotaxen.”
Welnu, voorin dus. En dat terwijl er volgens Diede een aanzienlijk verschil is tussen beide kartklassen. “De IAMEs zijn iets anders dan Rotax. De Rotax gaat iets sneller en trekt harder op”, legde hij uit. “Ik moet me steeds terug aanpassen. Van de IAME naar de Rotax en weer naar IAME.”
Dat hij weinig trainingskilometers maakt met Rotax-materiaal, maakte zijn prestatie des te indrukwekkender. “Vooral tijdens de eerste trainingssessie moest ik me nog heel erg aanpassen. Maar in de finale was ik heel snel. Het is dus gewoon even wennen en dan gaat-ie die gewoon keihard.”
Genk mag dan weliswaar zijn thuiscircuit zijn, maar volgens Diede geeft dat hem niet direct een groot voordeel. “Het is niet zo dat ik hier vaker train dan anderen, want iedereen zie je hier altijd trainen”, wist hij. Toch is het een baan die hem goed ligt. “Het is een best wel technische baan. En het is mijn lievelingsbaan. Vooral die chicanes en de scherpe bochten vind ik mooi.”
Zijn volgende wedstrijd is de derde ronde van het GK4-kampioenschap, opnieuw in Genk. “Ik rij dan bij de Mini’s met een IAME-motor”, zei hij. Zijn doelstelling? “Weer een podiumplek moet kunnen. We zullen wel zien, want er rijden ook andere rijders mee. Maar als ik het podium haal, zou ik daarmee wel heel gelukkig zijn. Ik denk dat het zou kunnen lukken, want vorig jaar was ik daar eerste!”
(Foto Bas Kaligis/RaceXpress.nl)