Het venijn zat hem in de staart. Na de replieken van het openbaar ministerie kreeg mr. Hans Rieder, advocaat van Jacobus van W., de broer van Adrianus, de tijd voor zijn repliek. Hij ontplofte zowaar, sloeg met zijn documenten op de banken en tierde naar de rechtbank. "Ik houd mijn repliek nu niet. Dit is een daad van vijandigheid. Ik zou nu als eerste moeten repliceren, terwijl ik de zesde ben en mijn confraters vrijdag aan de beurt komen. Ik heb nog geen kopieën van de dossiers die vandaag voorgelegd zijn. Ik aanvaard deze platte belediging niet. Ik zal dus vrijdag terugkeren. Ik heb dit in mijn dertigjarige carrière nog nooit meegemaakt. Ik heb meer ervaring dan u. Dit debat is een rechtbank onwaardig", aldus Rieder. Daarop schorste de rechtbank rond 17.30 uur de zitting.
Rieder had in het begin van het proces al tevergeefs geprobeerd de drie rechters te wraken. Nu werd de stafhouder van de Hasseltse balie erbij geroepen om de boel te ontmijnen.