Op de achtste dag van het proces van de zestienkoppige criminele organisatie rond Adrianus van W. uit Lommel gingen vandaag in Hasselt de pleidooien van de verdediging verder. Mr. Philip Daeninck trok fel van leer tegen het openbaar ministerie en richtte zijn pijlen vooral op het federaal parket, dat hij een leider van het onderzoek noemde "die zijn opdracht niet volbracht had". Daeninck pleitte een uur over de proactieve recherche, waarop de zeventien beklaagden geen controle konden uitvoeren.
Daeninck vroeg de vrijspraak voor zijn cliënt Johannes W., de ex-zwager van kopstuk Adrianus. "Wat er in het proactief onderzoek gebeurd is, is onwettelijk en gevaarlijk. De rechtbank kan niet anders dan mijn cliënt vrijspreken. Het openbaar ministerie (OM) vertikt het om pv's uit de proactieve recherche bij het dossier te voegen. Het OM neemt haar politionele dromen als haar juridische werkelijkheid, zonder enige vorm van juridische controle. Dit stoort me mateloos. Het federaal parket denkt dat ze oppermachtig is. Wat het parket in dit dossier doet, is machtsoverschrijding", aldus Daeninck. "Waarom wachtte het federaal parket zo lang om van een proactief onderzoek over te stappen naar een reactief onderzoek, waarbij de onderzoeksrechter maatregelen kan treffen? Heeft men het zo lang willen rekken, om zo lang als mogelijk ongestoord en zonder controle soeverein te kunnen handelen?"
Naast de vrijspraak vroeg de advocaat een straf met uitstel. Tegen W., die verdacht wordt van het in- en uitladen van de drugs, is 5 jaar cel en 275.000 euro boete gevorderd..