Voor de correctionele rechtbank in Hasselt werd vandaag het proces van Adrianus van W. uit Lommel en zestien andere beklaagden verdergezet. Het openbaar ministerie ging verder met het uit de doeken doen van de werkwijze van de internationale criminele organisatie, die zich wereldwijd bezighield met drugshandel.
Afwisselend legden federaal procureur Marianne Capelle en de Hasseltse substituut-procureur Ann Durwael uit welke drugstrajecten de bende op poten had gezet via Nederland en Engeland, Venezuela en de haven in Antwerpen.
"Het Belhadi-traject betrof de betalingen voor de drugs vanuit Engeland. Via sms werd gesproken over de reiziger en de vriend aan de overkant. Robert V., de rechterhand van Adrianus, die alle praktische zaken regelde, had via sms contact met Antwerpenaar
C.. Er waren ook contacten met B. uit Vilvoorde, die in Engeland zat en dus de reiziger was", aldus Capelle. B. ging met de ferryboot in Engeland geld afhalen. "Het ging om Britse ponden, die overhandigd werden door Michael J., een grote afnemer van drugs. De Engelse politie kon B. arresteren. Die had toen bijna 319.000 Britse ponden in zijn bezit. Robert V. vroeg vervolgens aan C. of die iets van de 'trainer' had gehoord. De trainer bleek B. te zijn. Toen de bendeleden te horen kregen dat B. in Engeland was opgepakt, werden de gebruikte gsm-nummers meteen afgesloten", aldus Capelle.
In de sms'en werden huisnummers vermeld, maar uit onderzoek bleek dat het geldbedragen waren. B. was zes keer naar Engeland gereisd om Britse ponden af te halen, die C. hier in euro moest omwisselen.