Het wrakingsverzoek tegen drie rechters van de Hasseltse correctionele rechtbank die zetelen in het proces tegen de Nederlander Adrianus van W. uit Lommel en zestien andere beklaagden is vandaag onontvankelijk verklaard. Volgens het hof van beroep in Antwerpen werd het verzoek laattijdig neergelegd. De drie rechters kunnen dus blijven zetelen.
Het wrakingsverzoek kwam van advocaat Hans Rieder, die Janus van W. verdedigt. Hij stelde dat de drie rechters op 4 oktober - dus nog voor het proces gestart was - het openbaar ministerie gevraagd hadden om de tenlasteleggingen te verduidelijken. Dat gebeurde tijdens de behandeling van een verzoekschrift tot voorlopige invrijheidstelling van twee van de beklaagden. De andere beklaagden of hun advocaten, onder wie dus ook Rieder, waren daar niet bij aanwezig en dat kon volgens de advocaat niet door de beugel.
Rieder legde op de zitting van 22 november een conclusie neer, waarin hij de rechters vroeg om zich vrijwillig terug te trekken, omdat er door het contact een schijn van partijdigheid was ontstaan. In een tussenvonnis beslisten de rechters diezelfde dag nog dat ze konden blijven zetelen. Twee dagen later diende Rieder tegen elk van de rechters een wrakingsverzoek in.
Volgens het hof deed hij dat echter te laat: hij wist al op 22 oktober - toen de zaak werd aangevat - van het contact tussen het OM en de rechters. Hij had dus voor de aanvang van de pleidooien op 22 november al een wrakingsverzoek kunnen neerleggen.