Kaarsrecht en bijna anderhalve kilometer lang. Joris trekt me verder door de Martinus van Gurplaan in Lommel Werkplaatsen. Ik ben nog steeds met de hond op stap. Lommel Werkplaatsen lijkt qua wijkopzet op een stadje in de nieuwe wereld, ik bedoel Amerika, waar de patronen van straten ook kaarsrecht en haaks efficiënt zijn aangelegd. Maar hier is dat op veel kleinere schaal toegepast. Er zijn maar een viertal straten met wat haakse dwarsverbindingen, waarvan de oorspronkelijke kern slechts twee van die straten telde. Ze vertonen een strikte opzet, ook voor wat betreft de perceelverdeling van de woningen en andere gebouwen: eenduidigheid en eenvoud. Ieder zijn deel, de directeur en de kerk iets meer. Achteraan de werkplaatslanen komen we uit bij de zogeheten ring van Lommel, een nieuw aangelegde autobaan van Pelt naar Mol en Geel, waarover men soms harder dan de toegestane honderdtwintig kilometer per uur heen en weer raast.
Er is bos aangelegd. De saaie percelen lelijke dennenbossen worden bij omvallen of rooien vervangen door ander soort bos, waarvan de bomen aanvankelijk ook in keurige rijen werden gepland en geplant: afgemeten naast elkaar staan hier de nog jonge eikenboompjes. Bij de allernieuwste herbebossingsaanpak hanteert men een chaotischer aanpak: alle bomen van verschillende soorten door elkaar heen en geen echt onderhoud meer: ze – de bomen – moeten het maar redden met elkaar. De wolf die tegenwoordig door onze bossen en velden struint, maakt het allemaal niet uit. Ik las dat hij – ik moet zeggen zij, want er is een paar met vier welpen – in Lommel twee alpaca’s en wat schapen hebben dood gebeten en zó achtergelaten hebben. Ik denk dat ze de jongen aan het opvoeden zijn, waarbij het voeden op de tweede plaats komt. Wat een prooiweelde voor hen hier!
Nu trek ik Joris een andere kant op: hierheen! Hij schiet weer naar voren, nu over een fietspad aan het eind van de laan op weg naar de Dubbelrij. Op het eind van deze laan ligt het ziekenhuisje dat in 1907 door de zinkfabriek is gebouwd en waar zusters Salvatorianen alleen maar voor de verpleging voor de mensen uit de wijk waren, de fabrieksarbeiders met hun gezin. Ik heb
ergens gelezen dat deze zusters voor een deel van Duitse afkomst waren. In 1918 vertrokken ze. Ze moesten. Ik vermoed dat ze op de IJzeren-Rijn-trein – die lijn loopt toch in de buurt – zijn gezet naar hun kersverse republiek samen met hun Duitse broeders die toen wel wat verzorging konden gebruiken; gewonden zat. Zeker weet ik het niet. Het gebouw heeft maar ruim tien jaar als ziekenhuis dienst gedaan. Pas later is het gebruikt als meisjesschool en toen waren er weer andere zusters actief. Het gebouw staat er ruim 110 jaar en ziet er nog uit als nieuw. In zijn eenvoud is het prachtig van opzet: streng, ongenaakbaar, voornaam en krachtig van uitstraling. Zo vestigde de katholieke kerk haar reputatie in die dagen. Ik zou er graag eens binnen gaan kijken. Het bewijst weer dat die specifieke citébouw enorm degelijk is. Duurzaam zegt men vandaag.
We lopen de Dubbelrij af. Hier is de strakke eenvoud herhaald. Men heeft er een Lindenlaan van gemaakt. Bij zo’n omgeving krijgt men vanzelf een opgeruimd en schoon gevoel. De bewoners doen hun best dit te bevestigen door de netheid en propere uitstraling van hun afgepast ruraal rustieke eigendom. Zo komen we weer terug op de doorgaande weg van Lommel naar Rauw, waarvandaan we de wijk zijn ingelopen. Ik sla hier af naar links en kom zo bij de statige herenhuizen waar voorheen de voorlieden van de zinkfabriek hebben gewoond. Die herenhuizen – ook weer in citéstijl – zijn heden ten dage voor iets anders in gebruik. De grootste villa die het verste weg ligt, is in gebruik als vakantiepark voor kinderen uit sociaal zwakkere of kwetsbare milieus, zoals het tegenwoordig heet. Akindo, een vereniging zonder winstoogmerk (vzw zo genoemd) baat deze parkvilla uit met voornamelijk vrijwilligers. Er is vandaag ook volop kinderactiviteit in het mooi aangelegde domein rondom deze villa die eertijds volgens mij villa Leman heeft geheten. Ik probeer een goede foto te maken van deze villa, maar het zicht erop wordt ontnomen door de bomen die er rondom heen staan. Er is hier ook een bloemenpluktuin. Bezoekers worden uitgenodigd voor een plukbezoek. Ik ga er (nog) niet op in nu.
Wederom in de richting van thuis dan maar. Naast de Akindovilla ligt er nog een. Ars Vivendi staat er op een bescheiden bordje bij, levenskunst ja. Deze is minder groot dan villa Leman, maar mag toch ook gezien worden. Het is nu een B&B. Rustiek en deftig van uitstraling. In zekere zin is dit vergane glorie, maar het staat nog fier overeind. De poort is gesloten.
Joris en ik stiefelen verder, terug naar huis.
© Willem Van Lit - 220820