Even goed lezen:
- veel jonge inwoners van Lommel wijken uit naar aangrenzende gemeenten;
- de aangroei van de Lommelse bevolking is voor de helft te danken aan Nederlandse immigratie;
- Lommel vergrijst door het stijgende aantal ouderen en het dalende aantal jongeren;
- het kopen of huren van een woning in Lommel is duurder dan elders
- als u zich bij het Kempisch Tehuis op de wachtlijst plaatst voor een sociale huurwoning, bestaat de kans dat u er over 77 maanden een krijgt. Dat zijn 6 jaar en 5 maanden wachttijd!
Dat zijn allemaal gegevens die een week geleden werden bekendgemaakt op een informatieavond van het stadsbestuur in samenwerking met Wonen in Noord-Limburg. De stad stelde daar ook een woonbeleidsplan voor dat volgende week officieel gepresenteerd zal worden.
CD&V Lommel heeft inmiddels op het rapport gereageerd. De fractie verwijst naar de analyse die ze in haar woonkrant van 2006 maakte. CD&V wees er toen
o.m. op dat in 2003 919 Lommelaars uitweken, waarvan liefst 811 jonger dan 40 jaar.
En dan die dure woningen. Uit een interview met vijf makelaars blijkt volgens CD&V dat niet alleen het kopen van een woning bijna onbetaalbaar wordt, ook in de huursector blijven de prijzen stijgen. Een kwalitatief appartement in Lommel-centrum kost gemiddeld 750 euro per maand, buiten het centrum 650 euro per maand. Een degelijk huis kan je huren aan een gemiddelde prijs van 700 à 800 euro per maand.
Lommel zit nog onder het Vlaams gemiddelde van het percentage sociale huurwoningen en het rapport wijst erop dat hier de laatste twintig jaar slechts 112 sociale woningen werden gebouwd. Dit cijfer zou echter moeten worden genuanceerd omwille van het feit dat het geen rekening houdt met de verwezenlijkingen van het OCMW.
Het rapport wijst er ook op dat Lommel wat betreft serviceflatgebouwen onder het programmatiecijfer van 2010 blijft. De stad heeft 92 erkende woongelegenheden, terwijl het programmatiecijfer 172 is.
Volgens het rapport maakt de stad nog geen gebruik van het grond- en pandendecreet van 1 maart 2009, volgens de VVSG 'de gereedschapskist voor betaalbaar wonen'. Volgens dit decreet moet elke gemeente een actieprogramma opstellen om minstens een kwart van de publieke en semi-publieke gronden aan te wenden voor een sociaal woonaanbod. Tegen oktober 2009 moest elke gemeente berekenen hoeveel gronden in handen zijn van publieke en semi-publieke overheden. Deze berekening vormt de basis om het kwart te becijferen. Met dit kwart moet het gemeentelijke actieprogramma vorm krijgen.
Uit de bespreking van woensdag met de experten bleek nog dat de woonproblematiek in Lommel explodeerde met de verstedelijking (en de afbakening van het kleinstedelijk gebied). De stad werd daardoor - vanwege de mogelijkheid om te bouwen in meerdere lagen - interessant voor promotoren en beschikt over een aantal woonuitbreidingsgebieden die opportuniteiten bieden voor privé-ontwikkelaars. De stad zelf heeft te weinig grond in eigendom en beklaagt zich over het feit dat het onvoldoende armslag heeft om gronden te verwerven.
Volgens CD&V moet het rapport dringend worden besproken op de gemeenteraad. "In het nieuwe woonbeleidsplan worden nu wel een aantal maatregelen voorgesteld, doch het is aangewezen dat alle politieke fracties kennis krijgen van het rapport en worden uitgenodigd om mee te werken aan een versnelling van het woonbeleid," zegt fractieleider Jan Bouly. "CD&V stelde in augustus 2006 in haar woonkrant al tien maatregelen voor. Zo pleitte de Lommelse CD&V-afdeling voor een actievere rol van de stad op de woonmarkt door de oprichting van een grondbank. Een vast percentage van de opbrengst van de zandwinning en het toerisme moet naar die grondbank gaan en worden gereserveerd voor de aankoop van nieuwe bouwgronden."