Overpelt
Weer een nieuwe aflevering van "Op de goeie golf", de reeks over
Jo Ruffini's Radiomuseum, in het Lindel. Vorige keer ging het o.m. over
magnetisme. Enkele maanden geleden werd aangekondigd dat er in Lommel op een weg een teststrook van 1,2 km zou aangelegd worden om auto’s en bussen via
elektromagnetische inductie elektrisch op te laden terwijl ze rijden. Bij inductief laden gebruikt men een elektromagnetisch veld om de energie van het ene veld naar het andere te sturen.
Die wegstrook vindt u niet in mijn museum, maar u vindt er wel Sam,
the National Microphone Dancer uit 1935 die gebruik maakt van het magnetisme om te kunnen dansen. De fabrikant van Sam (ook wel
robot genoemd in die tijd), de Amerikaanse National Co, maakte daarvoor een aandrijving die op magnetisme werkt. In die tijd werd Sam gebruikt als “home entertainment“ of bij speeches tijdens diners. Men sloot er een microfoon op aan en dan danste Sam op het ritme van de spraak van de stem die in de microfoon sprak.
In een eerdere aflevering had ik het over
mechanische geluidsregistratie, dat is het opnemen en weergeven van spraak of muziek via
mechanische registratie. Maar met de uitvinding van de “Telegraphon“ in 1898 van de Deense ingenieur Valdemar Poulsen lag de weg open voor
magnetische geluidsregistratie. Hij was de eerste die telefoongesprekken op een ijzerdraad vastlegde door middel van magnetisme. De geluidskwaliteit was zeer slecht. In 1927 werd bij AEG per toeval ontdekt dat voorgemagnetiseerde geluidsdragers kwalitatief beter scoorden. Het duurde tot 1935 voor Magnetophon op de Duitse Funkaustellung in Berlijn een dergelijk prototype kon laten zien. De magnetophon was toen nog alleen voor professioneel gebruik. Van de Amerikaanse president Roosevelt is bekend dat hij gebruik maakte van de magnetische geluidsregistratie. Nadat hij eens verkeerd geciteerd was, zou hij opdracht hebben gegeven om een draadrecorder te vervaardigen om zijn persconferenties op te nemen. Volgens een Amerikaans tijdschrift stond in de kelder van het Witte Huis een dergelijke recorder van het merk RCA. Maar per ongeluk werden daarmee ook privégesprekken opgenomen, zoals die waarin de president de plannen besprak om Japan aan te vallen.
In mijn museum heb ik een mini-draadrecorder van het merk Protona die ook (stiekem) gebruikt werd om opnames te maken zonder dat degene van wie de stem werd opgenomen op te hoogte was. Het apparaat van het merk Protona Minifon
(foto hieronder links) werd inclusief alle attributen in 1951door EMI Engeland geïmporteerd uit Duitsland. Ik heb alleen de draadrecorder - de rest ontbreekt. Men stak deze kleine recorder in de binnenzak en wat een gewoon polshorloge leek, was dan de microfoon. Zo kon men ongemerkt gesprekken opnemen.
Van het hetzelfde Duitse merk heb ik het later verkleinde type P55, een nog kleinere handpalm-draadrecorder uit 1955, compleet met microfoon. De bijgeleverde microfoon is heel apart. Zoals u op de foto hieronder kunt zien biedt hij diverse keuzestanden: T (Telefoon) voor weergave van het geluid via een hoofdtelefoon, M (Microfon) opname via ingebouwde microfoon, L ( Lautsprecher) als gewone luidspreker en als laatste stand R (Radio) om naar de radio te kunnen luisteren. Het was een complete minimagnetische geluidsregistratie-installatie voor opname en weergave met als uitzonderlijke extra een ingebouwde radio in de microfoon. Als aanvulling op deze set kon men er het bewuste horloge bijkopen, dat dan ook als microfoon dienst deed. Een grotere uitvoering van een draadrecorder is de Webster uit 1948, die van Amerikaanse makelij is
(middelste foto hieronder). Op de foto rechts daarvan is duidelijk de voorgemagnetiseerde draad zichtbaar die langs de magneetkop loopt. De draadrecorders van mijn museum maken gebruik van magnetische geluidsregistratie met als geluidsdrager een metalen draad. In de volgende reeks de magneetbandrecorders en de uitwisbare grammofoonplaat. (
Wordt vervolgd!)