Overpelt
In een eerdere aflevering had Jo Ruffini, van het Lindelse
Radiomuseum, het al over John Logie Baird. Een van diens belangrijkste uitvindingen begin vorige eeuw was de eerste werkende TV. Hiervoor gebruikte hij een kartonnen ronde plaat met gaatjes, de voorloper van onze huidige TV, een niet meer weg te denken massamedium. Professor Karolus van Telefunken gaf in mei 1929 een eerste tv-demonstratie op het derde radiosalon in Scheveningen. Dat tv-toestel was niet méér dan een matglazen scherm van 30 bij 30 cm. Er konden een 20-tal mensen naar kijken.
Veel amateurs en professionals hielden zich al heel vroeg bezig met het bouwen van tv-ontvangers. Dat blijkt uit een kopie van het eerste tv-blad uit 1928,
“The World’s First Television Journal”, The Official Organ of the Television Society (foto 4). Hierin wordt de zelfbouw van de mechanische 30 lijnen-tv beschreven. Met het uitbreken van de tweede wereldoorlog lagen de ontwikkeling en het onderzoek stil en het zou duren tot het eind van de jaren ‘40 voor het eerste tv-toestel voor consumentengebruik werd geïntroduceerd.
Op het beeldscherm van een televisie zien we dezelfde bewegende beelden als in de bioscoop. Want telkens zien we lichtbeelden. Door het snel achter elkaar projecteren van stilstaande plaatjes op een wit doek nemen wij dat waar als zijnde bewegende beelden. Bij televisie gebeurt het op een andere manier. Het beeld bestaat uit 625 lijnen (schrijfsysteem) en wordt opgebouwd door eerst de oneven lijnen te schrijven en daarna de even lijnen. Weet u het nog: dit heette
lichtschrijven. Dat levert dan op zijn buurt bewegende beelden op, dus hetzelfde effect als in de bioscoop. Met een vergrootglas zijn deze lijnen duidelijk zichtbaar.
Philips bracht in het begin van de jaren ‘50 twee toestellen op de markt met een klein beeldscherm en een ronde beeldbuis: de types TX 400 en TX 500 (foto 3). Deze beeldschermen hadden respectievelijk een diagonale doorsnede van 22 en 31 cm. Dit ruim 60 jaar oude toestel is in mijn museum werkend te bekijken. Vergelijk eens de afmetingen van het scherm (22 cm) met onze huidige LED- en LCD-schermen in de huiskamer!
In de begintijd werd de schaarse bezitter overspoeld met bezoekers, zoals buren, vrienden en kennissen - want wie kon zich in die tijd een TV permitteren? De tafels gingen aan de kant om zoveel mogelijk kijkers te herbergen, tot soms wel 15 personen rondom “de TV” met een beeldgrootte van 22 cm. Dat waren nog eens tijden!
De oorspronkelijke TV ontving het signaal uit de ether via de antenne buiten op het dak. Tegenwoordig komt het signaal – zowel beeld als geluid - binnen via de kabel. Met de komst van de TV en daardoor de noodzakelijke antennes op het dak waren de duivenliefhebbers natuurlijk niet blij. Wedstrijdduiven kwamen daardoor weleens te laat binnen. De eigenaar van de antenne had dan op zijn beurt weer last van de duiven en de vogelpoep op het dak. In het slechtste geval ontstonden hierdoor burenruzies. Maar de komst van de kabel-TV bracht een betere beeldkwaliteit, meer zenders en maakte een einde aan de wirwar van antennes op de daken.
Televisiebeelden werden in de studio (of elders) opgenomen om vervolgens via de TV-zender uitgezonden te worden. Het beeld kwam dan via een lenzenstelsel terecht op de lichtgevoelige elektrische cellen, wat weer resulteerde in een bruikbaar beeldsignaal. Dit kon verder bewerkt worden voor uitzending. Een afbeelding van zo’n verouderde opnamebuis (iconoscoop) ziet u op foto 5. Via de antenne-ingang wordt het uitgezonden signaal ontvangen en via allerlei trappen bewerkt, net als bij de radio. Uiteindelijk krijgen wij weer het oorspronkelijk opgenomen beeld en geluid te zien en te horen (foto 2). Wegens de huidige beschikbare digitale technieken wordt de beeldkwaliteit beter en komen er meer effectmogelijkheden voor het bioscoopgeluid.
Foto boven: Philips-TV TX 400
Foto 1: Philips-TV TX 500
Foto 2: TV Philips TX 594 bijgenaamd: ‘Het Hondje’. Dit tv-toestel, waarvan
er slechts 50 exemplaren geproduceerd werden, dankt zijn bijnaam aan
zijn vorm die enigszins aan een zittende hond doet denken. Zijn opvolger
kreeg de bijnaam ‘Het Hondenhok’.
Foto 3: Reclameposter Philips-TV TX 400 en TX 500
Foto 4: Tijdschrift ‘The world’s first Television Journal’
Foto 5: Iconoscoop, opnamebuis voor camera
Foto 6: Beeldbuis van 31 cm van een Philips-TV TX 500
Nog dit: momenteel loopt in CC Palethe een prachtige tentoonstelling, gebaseerd op Jo Ruffini's afleveringen op de Internetgazet. De moeite waard om eens te gaan bekijken!