In 2024 maakte 73 procent van de inwoners in het Vlaamse Gewest minstens één reis met minstens één overnachting, 65 procent van de inwoners maakte minstens één buitenlandse reis.
Bij een aantal groepen ligt de vakantieparticipatie lager dan gemiddeld. In 2024 was dat vooral het geval alleenstaanden (46%), bij leden van huishoudens zonder werkenden (53%), laaggeschoolden (56%) en 55-plussers (58%). Ook voor de buitenlandse reizen lag de participatie in die groepen het laagst.
De hoogste vakantieparticipatie is te zien bij koppels met kinderen (90%) en personen in huishoudens met 2 werkenden (89%), maar ook hooggeschoolden, eenoudergezinnen en jongeren maken vaker dan gemiddeld minstens één reis met één overnachting. Dat geldt zowel voor alle reizen als voor de buitenlandse reizen.
Het aandeel personen dat in 2024 minstens één reis maakte lag in het Vlaamse Gewest op 73 procent. In het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest was de vakantieparticipatie iets lager (69%), in het Waalse Gewest heel wat lager (64%).