Katlijn van Audenaerde van de Hogeschool-Universiteit Brussel promoveert dezer dagen op een thesis rond de prijsverschillen tussen de Belgische en Nederlandse vastgoedmarkt. Uit een vergelijking van de cijfers van de (Belgische) FOD Economie en het (Nederlandse) Centraal Bureau voor Statistiek blijkt dat de Nederlandse woningen veel duurder zijn dan de Belgische, ook al spenderen Belgische en Nederlandse gezinnen ongeveer evenveel aan huisvesting. In dit onderzoek wordt deze paradox verklaard. De prijs van een koopwoning wordt gevormd door een samenspel van verschillende determinanten, zoals inkomen, rente en hypotheekvoorwaarden. Beide buurlanden vertonen op deze fronten verschillen.
Toch is het vooral het verschillend gedrag van beide overheden dat de prijzen op de vastgoedmarkt bepaalt. Via het fiscale regime, subsidies en regelgeving steunen overheden eigenwoningbezit. Nederland is met een volledige hypotheekrenteaftrek extreem royaal voor eigenwoningbezitters. In België zijn de hypotheeklasten slechts geplafonneerd aftrekbaar. Het fiscaal effect in Nederland is ruim drie keer zo groot als in België. Dit betekent dat de woningprijzen in Nederland ongeveer 20 procent duurder mogen zijn dan de woningprijzen in België om tot dezelfde netto woonuitgave te komen. Ook de sterke aanwezigheid van de sociale huursector in Nederland en de strenge ruimtelijke ordening drijven de prijzen omhoog. In België hebben deze laatste factoren slechts weinig invloed. Algemeen kan uit dit onderzoek geconcludeerd worden dat fiscale steun voor de aankoop van een woning, huursubsidies en overheidsreguleringen de prijzen van de koopwoningen de hoogte injagen.