De regering is bezig met begrotingsgesprekken. Dat blijkt geen gemakkelijke opdracht te zijn, want er is de afgelopen weken heel wat over gezegd en geschreven. Je kon er eigenlijk niet omheen en ik heb dan ook wel eens wat gelezen, zoals de opinie van twee vooraanstaande economen: Geert Noels en Paul De Grauwe. Je zou verwachten dat daar een lijn in ligt, maar niets is minder waar. Ze spreken elkaar tegen. Tijd dus om een echte expert aan het woord te laten, namelijk ikzelf! Ik heb in heel mijn leven geen minuut het vak economie gekregen. Dus ik zal het wel weten!
Laten we beginnen met een analyse van het woord ‘begroting’. Dat is een samenstelling van beg, grot en ing. Het eerste deel komt van het Engelse werkwoord to beg, dat smeken betekent. Iedereen moet smeken voor een hapje uit het budget. Dat zie je bijvoorbeeld ook bij de Vlaamse begroting: mensen moeten op straat komen smeken en liefst met zo veel mogelijk en zo luid mogelijk.
Grot verwijst naar de filosofische grot van Plato. De politici sluiten zich op in een kamertje ergens in Brussel en zien daar niet meer de echte wereld, maar zien schaduwen tegen de muur voorbijtrekken. Tunnelvisie is dan ook niet meer zo ver weg.
En dan hebben we nog ING, de naam van de bank, maar het verwijst eigenlijk naar alle banken. ING is gewoon gekozen, omdat dat het beste past in het woord begroting. ‘begrotfortisbnpparibas’ is immers ook maar een draak van een woord. Bij uitbreiding verwijst het ook naar de grote kapitalen die de banken mogen beheren. Daarvoor gelden immers andere regels. Die hoeven niet op straat te komen om te “begging”. Die mogen eventjes de grot binnen komen langs de andere kant van de tunnel en dan staan daar in volle zonlicht te pronken.
Stel nu dat het middendeel van het woord toch naar ‘groot’ in plaats van grot zou verwijzen, dan is dat een beetje fout gekozen. ‘Verkleining’ is beter op zijn plaats, want alles moet weg. Dat zien we ook al op de andere niveaus in ons land. MHKA, Ultima’s, Brusselse marathon… Weg ermee! Als je eens surft op het internet met de zoekterm “gevolgen besparingen”, dan kom je zowel sport, cultuur, zorg, onderwijs… tegen en dan gaat het woord besparingen vaak gepaard met “buitensporig”.
Eén departement ontspringt de dans, namelijk defensie. Daar mogen ze de geldkraan groot openzetten. Je ziet minister Theo Franken dan ook altijd stralen. Hij wil echter professioneel overkomen en probeert dat te verbergen met een neutrale ietwat hautaine houding en zijn typische krak in zijn stem, maar toch… Hij straalt altijd, hij lijkt voortdurend te jubelen. Ziet u ook kleine ballonnetjes, feestvlagjes en slingertjes rond zijn hoofd als hij in beeld komt? En wordt er dan ook precies een geluidsbandje met een rinkelende kassa afgespeeld?
Raar toch!