"Vroeger broedden er nog gierzwaluwen aan de gebouwen van het KTA en enkele woningen. Door renovatiewerken verdween de nestgelegenheid voor de ‘honkvaste’ gierzwaluw die ieder jaar dezelfde broedplaats gebruikt en zich moeilijk aanpast. De vogels proberen vaak nog jarenlang de (inmiddels verdwenen) oude vertrouwde nestplaats terug te vinden en zullen daardoor niet tot broeden komen. Slechts enkele broedparen vonden na de renovatie een andere plek onder de dakpannen in de dorpsomgeving", weet Guy Vanzeir van de Gierzwaluwwerking Vlaanderen.
Met weinig content
Van nature zijn gierzwaluwen rotsbewoners en veel hebben ze niet nodig. Een kier of spleet die toegang tot een kleine ruimte biedt, is voldoende waardoor de meeste mensen niet eens weten dat ze de vogel te gast hebben. Het gevaar bestaat dat de nestgelegenheid niet geschikt of veilig is of dat de nestgelegenheid gedicht wordt.
De toenemende warme zomers deden de gierzwaluwen geen goed omdat de jongen mogelijk door oververhitting om het leven kwamen. De voorbije zomer werden er nog wel vogels gezien maar gekende broedplaatsen werden niet meer gebruikt.
Gierzwaluwen en andere dieren zoals vleermuizen krijgen het steeds moeilijker om te overleven in steden en dorpen door de toegenomen renovaties aan gebouwen.
Klimaat
"We kunnen klimatologische renovaties aan gebouwen alleen maar toejuichen, toch hebben deze een keerzijde die bewoners onbewust over het hoofd zien. Het afdichten van spleten en kieren zorgen vermindering van nestplaatsen voor deze soorten. Klimatologische omstandigheden zoals warmere zomers doen er nog een schepje bovenop waardoor vroegere nestgelegenheden niet langer geschikt zijn en zelfs een gevaar vormen.
De hitte in de nestplaats is doodsoorzaak nummer één onder jonge gierzwaluwen. Als gevolg van de klimaatveranderingen worden de zomers steeds warmer, de maximumtemperaturen die gemeten worden stijgen en ook het aantal hittegolven neemt toe", vertelt Guy Vanzeir nog.
De steeds verder verbeterde isolatie in de gevels die de warmte ‘s winters langer vasthoudt, doet dat ook zomers met warmte van de zon op de gevels. Vooral na een aantal zeer warme dagen op rij dus bij hittegolven komt er elke dag meer warmte in de geïsoleerde gevels dus treedt er een warmte opstapeling op in de gevels. Dat effect van warmte stapeling wordt nog versterkt als ook de nachten niet meer afkoelen en de muren 's nachts ook nauwelijks warmte kwijtraken.
Hang nestkasten nooit in de zon want daar kan de temperatuur oplopen tot meer dan 50 graden Celsius. Jonge gierzwaluwen overleven deze extreme temperatuur niet: ze gaan dood op het nest of kruipen te vroeg naar buiten, vallen naar beneden en zijn dan reddeloos verloren.
De beste plaatsen zijn noord- en oostgevels. Zuid- en westgevels zijn alleen geschikt als de nestkasten tussen 9.00 en 19.00 uur in de schaduw blijven van een brede overstek of goot.
De kerk van Beverlo als nieuwe uitvalsbasis.
Gierzwaluwspecialisten blijven zoeken naar goede locaties voor deze zomergasten. Hoge gebouwen met een mooie noordelijke muur hoger dan 5 à 6 meter zijn een noodzaak, kerken in het algemeen voldoen bijna altijd aan deze voorwaarden. Zo ook de kerk van Beverlo. De voorbije maanden werd er toestemming verkregen van de kerkraad om nestkasten te plaatsen tegen deze kerk. De renovatiewerken die er gaande zijn vergemakkelijken het ophangen ervan omdat we gebruik kunnen maken van de stelling die tegen de kerk stond. In totaal hebben we 13 nestkasten opgehangen aan de noordoostkant van deze kerk. Als deze ontdekt worden en in gebruik genomen worden, zullen ze ons, door hun aanwezigheid, vliegkunsten en ‘gierend’ geluid, een zomergevoel bezorgen. Bovendien vangen ze veel muggen en andere insecten.
Waar kan jij bij helpen?
Het project steunen kan via Natuurpunt Studie vzw, Coxiestraat 11 te 2800 Mechelen op rekeningnummer BE12.2300.5247.4592. Met referentie: GIFT gierzwaluwennestkast Beverlo GEW-2409.