Deze zomer werd op 12 juli wereldkundig gemaakt dat KVK Beringen het faillissement ging aanvragen. Tijs Lemmens (Team Voluit) stelde op de gemeenteraad een aantal vragen. Schepen van Sport Jessie De Weyer gaf antwoord en een stand van zaken.
1. Wanneer werd stad Beringen op de hoogte gebracht? Donderdag 26 juni werd ik als schepen van Sport telefonisch gecontacteerd door voorzitter Kristof Devries. Daarop werd ook nog een fysiek overleg gepland, dat doorging op 1 juli met collega-schepenen Werner Janssen en Patrick Witters, een afgevaardigde van de sportdienst en de juridische dienst.
De voorzitter gaf toen vertrouwelijk aan dat de club in ernstige financiële moeilijkheden verkeerde, mede door het wegvallen van enkele sponsors en een lopende belastingcontrole. Er was op dat moment nog geen sprake van een officieel faillissement. Men wenste eerst nog verdere gesprekken te voeren met diverse stakeholders alvorens een definitieve beslissing te nemen.
Het was dan ook niet de bedoeling dat de club al met die informatie naar buiten zou treden. Maar toch is de informatie dan voortijdig en deels onjuist ook verspreid geraakt, waardoor er onrust ontstond bij ouders en in de pers.
Uiteindelijk besliste de club om de jeugdwerking voort te zetten en geen faillissement aan te vragen.
2. Is er een gesprek geweest met het bestuur van KVK Beringen? Zo ja, wat is er besproken?
Ja, tijdens het overleg op 1 juli werd de financiële situatie besproken en de mogelijke scenario’s voor de toekomst van de club. Ook had de club op 14 juli een overleg met de andere Beringse voetbalclubs, waarop collega Patrick Witters en de burgemeester aansloten. Bedoeling van dat overleg was om de toestand te bespreken en te kijken welke oplossingen/samenwerkingen er eventueel mogelijk waren.
Tot slot is er recent, op 14 augustus, ook nog een overleg geweest, om de huidige toestand even te bespreken.
3. In welke mate is de jeugdwerking gescheiden van de eerste ploeg? Zijn daar nog financiële risico's?
De jeugdwerking wordt momenteel voortgezet, terwijl de eerste ploeg niet zal starten. Dit blijft de situatie voor minstens twee seizoenen. De volledige focus ligt dus op de jeugd, met als doel hen in optimale omstandigheden te laten trainen en zich te ontwikkelen. Intussen werkt het bestuur aan het wegwerken van de financiële tekorten en het uitbouwen van een gezonde clubstructuur. Pas wanneer er opnieuw stabiliteit is, zal overwogen worden of er opnieuw gestart wordt met een eerste ploeg.
4. Hoe werd het opstalrecht geregeld?
Zoals je weet beschikt deze club nog over een concessieovereenkomst. De omzetting naar een opstalrecht kon pas gebeuren wanneer de noodzakelijke saneringswerken afgerond waren. Dat is ondertussen deze zomer gebeurd. Het is de intentie dus om op korte termijn de omzetting van de concessieovereenkomst naar een opstalrecht formeel te regelen. We dienen daarvoor nog het opmetingsplan van de club te ontvangen.
5. In welke mate is de toekomst van de jeugdwerking gewaarborgd na het seizoen 25-26?
Hoewel niemand met zekerheid de toekomst kan voorspellen, zet het bestuur – samen met enkele geëngageerde ouders – zich maximaal in om de jeugdwerking in stand te houden. Het doel is om dit seizoen financieel orde op zaken te stellen en de club opnieuw gezond te maken, met het oog op een duurzame voortzetting van zowel de jeugdwerking als de club in zijn geheel.