Henri Lallemand (1868-1940), o.a. gewezen Hasselaar, was in zijn tijd een fervent fietser. In 1892 reed hij zijn eigen Tour de Limbourg, een meerdaagse toeristische tocht door onze provincie. Zijn zeer persoonlijke indrukken schreef hij neer in En Campine, excursion d’un cycliste à travers le Limbourg belge.
Voor de tweede rit vertrok hij ’s ochtends vanuit de Achelse Kluis, waar hij de nacht had doorgebracht. Via Achel fietste hij naar de Quatre-Bras en Hamont. Van het grensstadje ging het naar Sluis 17 in Lozen. Aan het kanaal Maastricht-Den Bosch slaat hij rechtsaf naar Kaulille.
“Van Hamont fiets ik richting Bree. Bij het kruispunt aan het kanaal (…) sla ik rechtsaf. Ik volg de slecht aangereden grindweg naar Kleine-Brogel. Halverwege wil ik de buskruitfabriek van Kaulille bezoeken. Dat is een bijhuis van de buskruitfabriek van Wetteren, een firma met een niet zo goede reputatie. Onlangs nog explodeerde er een gebouw. Daarbij vielen slachtoffers te betreuren.
De fabriek kan je door de vele bomen vanaf de straat niet zien liggen. 130 man verdienen er de kost. Alle gebouwen liggen van elkaar geïsoleerd over het terrein verspreid. Iedere bewerking gebeurt in een afzonderlijk gebouw. Zo wordt de kans op explosies maximaal verkleind. (…) Midden in een stuk kale vlakte tussen de vele verspreide gebouwen staat een zwart kanon. Daarmee wordt het kruit getest. De arbeiders die op deze fabriek zwoegen, zijn smerig en armoeiig. Zij zien eruit alsof ze niet van deze wereld zijn. De dreigende dood is hun vaste metgezel. Hun hels bestaan is er een van
hard labeur voor een schamel loon.
Kaulille ligt tussen heide en bossen verscholen. Het is een triestig en troosteloos oord, armoeiig en smerig. Het is er enkel maar ellende. Cultuur vind je er niet. De mannen werken op de buskruitfabriek; de vrouwen, smerig en futloos als ze erbij lopen, zorgen voor hun kroost en voeden hun gezin met het weinige wat ze hebben. Wat een contrast met de overvloed die ik in de Achelse Kluis heb ervaren!
Ik keer terug naar Lozen. Over een goed aangelegde macadamweg fiets ik langs het kanaal door een fraai en goed bewerkt platteland. Ik rij door het onbeduidend kleine dorpje Bocholt. Overal liggen mooi bloeiende koolzaadvelden.”
Jef Vanbussel
Foto hierboven: een van de weinige foto’s (± 1900) van Cooppal Kaulille met werkvolk. Bronnen: Henri L’Allemand: https://geheugencollectief.be
Foto: Etude monographique des établissements de Wetteren et de Caulille.