Eerder toevallig, maar met een grote hoogdringendheid belandde ik twee dagen geleden op een plek uit een ver verleden, die ooit heel belangrijk voor me was: het kleinste kamertje in het huis van mijn ouders. Ik wil niet uitrekenen hoeveel uren ik hier heb doorgebracht, hoeveel liters urine ik hier de dieperik heb ingestort, hoeveel kilo’s grote boodschappen ik hier heb uitgeperst of hoeveel etter ik hier voor de spiegel uit puisten heb weten te schieten.
Ik herinner me plots dat ik hier vaak geroepen heb: “Ik ben klaar! Ik ben klaa-aaar!” En dan maar hopen dat mama kwam, want die veegde met de grootste zorg: twee velletjes netjes dicht geplooid en dan zorgvuldig en zachtaardig vegen. Als de papa kwam, dan werd er een halve rol van de muur gescheurd en werd er eerder hardhandig geschrobd.
Hier zittend, voorovergebogen, met mijn ellebogen op mijn knieën ontdek ik een lang vergeten pleziertje. Vanwege deze typische houding bij ontlasting werd mijn blik automatisch gericht op de gevlamde vloertegels, waarin ik als kind allerhande figuurtjes zag: een krokodil, een wolk met een zonnetje erachter, een klein pluchen hondje in een hakkenschoen… En ergens zou ik ook nog Dokter Snuggles moeten kunnen bespeuren, maar ik vind hem niet. Waar zat hij ook alweer? Is hij verdwenen?
Hij is verdwenen! Want: wie kent dokter Snuggles nog? De slimme wetenschapper die in elke aflevering de wereld verbeterde? Roem duurt duidelijk maar zo lang als je in beeld blijft… Ik moest hem even op google zoeken, want ik wist niet meer hoe hij eruitzag. Het was een stereotiepe oude professor, kaal van voor en in het midden en verwaaid grijs haar van achter en aan de zijkanten en daarbij nog een klein driehoekig leesbrilletje, waar hij overheen gluurt als hij niet met zijn neus in de boeken zit.
Voor de jongere generatie: dokter Snuggles komt uit de tijd dat tv-programma’s voor de jeugd nog “stichtend” waren. De personages waren geen Like Me-poppetjes die menen dat de Melkweg rond hun opgesmukte hoofdjes cirkelt en ook geen schattige konijntjes die zich plotseling ontpoppen tot moordlustige wezens. Nee, de hoofdpersonages streden voor een betere wereld, kwamen op voor de onderdrukten, hadden het beste met de natuur voor en ze overwonnen altijd alle kwaad!
Dat kwaad was overigens duidelijk herkenbaar: een heks, een duivel, een bestelwagen met ‘Sardonis’ in dikke letters erop… Tegenwoordig is dat wel anders in de fictie (denk maar aan het konijntje), terwijl het in de echte wereld nog nooit zo duidelijk was! Soms worden de slechteriken zelfs oranje ingekleurd en dan nog willen veel mensen het niet zien. Raar toch?
Dokter Snuggles, kom terug! We hebben je nodig.
En breng Nils Holgersson, Vrouwtje Theelepel, Merlina, Kulderzipken… mee.
(Mik, Mak en Mon mag je thuis laten)
Jan Verheyen