Ik zit al zeker vijf minuten in de auto als ik tot het besef kom dat het te laat is, onherroepelijk te laat. Ik ben het alsnog vergeten! Ik had het moeten en willen doen, maar nu ik hier zit, kan het niet meer. Ik heb nochtans de duidelijke intentie gehad om het te doen. En toch: ik heb het niet gedaan.
Hier zit ik nu met mijn handen aan het stuur, mijn voeten op de pedalen en een raar gevoel van vergetelachtigheid in mijn buik. Mijn vingers verschijnen in mijn gezichtsveld. Ik zoom in op de vingertoppen. Dat was het! Ik had mijn nagels willen knippen en dat is er niet van gekomen vanwege nog nader te bepalen redenen.
Ik heb een allergie voor lange nagels. Dat is iets voor gitaristen of harpisten, maar wij, toetsenisten, zweren bij korte vingernagels. We hebben geen baat bij lange nagels; dat geeft alleen maar tikken op de toetsen en dat willen we niet. Ik moet ze dus tijdig knippen, want anders ga ik ze van pure frustratie afbijten of afscheuren en dat brengt niet het mooiste resultaat en kan zelfs pijnlijk eindigen.
Ik spoel even terug in mijn korte termijn-geheugen. Ik ben wel degelijk van plan geweest om naar boven te lopen om in de badkamer mijn nagels te knippen. Dat hele traject heb ik ondernomen, heen en terug. Maar onderaan de trap lagen nog enkele gewassen kleren. Die heb ik mee naar boven genomen en daar heb ik ze mooi op hun plek in de kast gelegd. Ondertussen zag ik dat de badkamer nog een kleine opruimactie kon gebruiken en dat heb ik dan ook maar gedaan. Dan ben ik terug naar het gelijkvloers afgedaald, niet moe, wel voldaan, maar dat bleek achteraf een vals gevoel te zijn. Ik ben in de auto gestapt en ben met de blik vooruit en mijn volgende activiteit in het achterhoofd vertrokken.
Na een minuut of twee begon er iets te knagen in mijn voorhoofd. Ik ben precies iets vergeten, maar wat? Nog twee minuten later sloeg ik de nagel op de kop: vingernagels! Dat ik het alsnog verzuimd heb om ze kortwieken! Ongeveer ogenblikkelijk breekt de frustratie los, want vanaf het moment dat ik me ervan bewust ben dat mijn nagels een millimeter over de groeibaarheidsgrens trekken, vind ik dat mateloos irritant.
Wat echter nog meer irriteert, is dat de oplossing nabij was: het nagelschaartje lag voor het grijpen. Maar ik heb me laten afleiden door allerlei andere bezigheden, die ik hoogstwaarschijnlijk in een andere context even gemakkelijk zou vergeten zijn. Dat is de nagel aan mijn doodskist en daar moet ik van leren. Dus nu heb ik de volgende zin in een kadertje aan de muur genageld:’ maak je intenties waar.’
En zie: het helpt al. Mijn nagels zijn inmiddels kort geknipt. Alleen heb ik nu geen nagel meer om aan mijn gat te krabben.
Jan Verheyen