Nummer 60 van
Grevenbroeker Echo’s verschijnt rond 21 september. Daarin staat onder meer de woongeschiedenis van
de drie percelen, waarop nu het stadhuis staat. De laatste bewoners waren de families J. Simons-Spaas, van de koffiebranderij, en J. Looymans-Cuppens, van café De Zwaan. Het derde perceel hoorde toe aan H. Lenders-Willekens, maar bleef lange tijd onbebouwd. Het werd als verbindingsweg tussen “het welleke” en het marktplein gebruikt en omwille van zijn haakse vorm
“den krommen elleboog” genoemd..Ongeveer vier eeuwen woongeschiedenis passeren de revue.
Adrien Mertens haalt vanuit Spanje jeugdherinneringen op en schreef er 7 bladzijden mee vol. Zijn ouders, Jan Mertens-Deckers, woonden tegenover café Het Lopend Kraantje (Budelpoort-Keunenlaan). Schrijnwerkerij, café “In den anker” en een kruidenierswinkel: het was er allemaal. Het huis staat er nog altijd, zij het verbouwd.
Deel II van het artikel van Robrecht van Grevenbroek vertelt verder hoe Grevenbroek in de slipstroom van de Luikse en Hollandse politiek verzeilde.
Onlangs werd op de voetbalvelden, die nu aangelegd worden in Achel-Statie, grond aangevoerd afkomstig van De Sleutjes te Hamont. Men vond er o.a. oude munten. Mathieu Schuurmans determineerde een oude koperen munt en kwam tot de vaststelling dat de Zweedse munt rond 1641 geslagen is.
In het Rijksarchief te Hasselt trof de heemkundige kring twee schoolreglementen aan voor de schoolmeester van Grote-Brogel uit de tweede helft van de 18de eeuw. Ze worden in extenso overgenomen. We geven hier al een voorsmaakje:
art. 6:dat een ieder altijd sal moeten leeren in sijnen eyghen boeck en niets en sal moghen klappen veel minder eenighe dartelheijd be-dreijven.Vanaf nummer 60 zullen regelmatig
gichten verschijnen. Gichten of
gichtboeken zijn registers waar de schepenen van de oude heerlijkheid Grevenbroek allerlei akten in registreerden. Schepenen hadden vooral rechterlijke bevoegdheid in alle gemeenten vóór de Franse revolutie, maar zij oefenden ook registraties uit van zogenaamde burgerlijke zaken, zoals huurovereenkomsten, verkopen van roerende en onroerende goederen, het afsluiten van vennootschappen, van huwelijkscontracten en zo veel meer. De eerste gicht uit 1781-1782 gaat over een rechtszaak
“schapen hoeden op andermans spurrieveld”. De traditionele “Goed om te weten” en een drietal oude recepten vervolledigen het nummer.