Superheld Five is er ook dit schooljaar weer voor het High-Five project in Leopoldsburg. Dit initiatief stimuleert kinderen om vaker te voet of met de fiets naar school te gaan. Na Ondersteboven en Sint-Michiel is dit jaar Campus FLX aan de beurt. Het project is een initiatief van de gemeente Leopoldsburg. Hiervoor wordt de organisatie High-Five ingeschakeld die in 2019 ontstond vanuit een afstudeeropdracht. “We voerden een onderzoek naar het verplaatsingsgedrag van lagere schoolkinderen. Daaruit bleek dat er steeds meer kinderen dagelijks met de wagen gebracht worden”, vertelt Authier Degryse, oprichter van High-Five.
"Deze kinderen komen zelden tot nooit in aanraking met het verkeer. Een zichtbaar effect hiervan is de toenemende chaos bij het haal-en brengverkeer. Maar de echte omvang van de probleem zien we pas op lange termijn. Namelijk een gemis aan beweging, verkeersinzicht en fietsbehendigheid.” zegt Degryse.
De gemeente en de scholen vinden autonomie in het verkeer erg belangrijk. Met name omdat deze kinderen na de basisschool vaak zelfstandig het verkeer induiken. Het doel van dit project is dan ook om op een ludieke manier de kinderen aan te moedigen om te lopen en fietsen naar school.
Hoe werkt het?
Het aanmoedigen doet High-Five op een ludieke manier. Zo is er een superheld uit een parallel universum. Deze vraagt hulp aan de kinderen om zijn thuisplaneet te redden. Dit kunnen ze doen door te tikken met een medaillon langs High-Five borden op de looproute naar school. Zo’n High-Five levert de leerlingen ook virtuele munten op die ze vervolgens weer kunnen inleveren voor prijzen, zoals gadgets, een ijsje of een ticket voor het CC.
Resultaten en impact
Het project is al een succes in 65 gemeenten en 290 scholen, met meer dan 2,3 miljoen High-Fives. Via een nulmeting in elke klas wordt de impact op het verplaatsingsgedrag gemeten.
Vrijwillig en anoniem
Alle leerlingen worden aangemoedigd om deel te nemen, maar een deelname is vrijwillig. “We vragen met opzet geen namen van deelnemende kinderen, zo kennen we geen persoonsdata en kunnen kinderen op het platform elkaars echte namen niet zien. Daarmee vermijden we groepsdruk.” vertelt Degryse.
Er worden enkel algemene inzichten op schoolniveau gedeeld
met de gemeente. Bovendien geeft de organisatie aan dat alle data op het eind van het schooljaar onmiddellijk wordt verwijderd.