Leopoldsburg staat in Limburg op een 
mooie 6de plaats in de ranglijst van ondernemersvriendelijke gemeenten. Die rangschikking heeft ondernemersorganisatie VOKA-KvK Limburg opgemaakt op basis van 25 bedrijfsgelateerde indicatoren. De top drie wordt gevormd door Oudsbergen, Ham en Nieuwerkerken, terwijl achteraan Voeren, Maasmechelen en Maaseik bengelen. "Een sterk en slank lokaal bestuur is er een met meer bestuurskracht, een ondernemende visie en een duidelijke focus op haar kerntaken. Enkel zo kunnen steden en gemeenten een goed beleid voeren dat zowel voor burgers als bedrijven gunstig is op lange termijn", stelt VOKA. Als leidraad voor deze zaken richting de lokale verkiezingen presenteert Voka – KvK Limburg 42 unieke verkiezingsmemoranda, één voor elke gemeente. 
Voor Leopoldsburg zijn er de volgende prioriteiten:
1. Lokaal aanpakken van ongekwalificeerde uitstroom
Leopoldsburg kent een zeer hoog percentage 
ongekwalificeerde schoolverlaters. Echter, 
lokale besturen kunnen samen met sectoren en 
lokale ondernemingen de aantrekkelijkheid van 
arbeidsmarktgerichte opleidingen verhogen. Een 
goede lokale databank en bijhorend beleid in 
functie van maximale kansen op een kwalificatie en 
kwalificerende loopbaan zijn hierbij cruciaal. Maar 
ook preventie is belangrijk. Hierbij kan een goede 
studie-oriëntering een bepalende factor zijn. Zet 
daarom ook in op een duidelijke en transparante 
communicatie tussen ondernemers, onderwijs en 
het lokaal bestuur. 
2. Ruimte om te ondernemen 
Gelet op de negatieve evolutie van de 
economische ruimte en de zeer hoge 
bezettingsgraad van bedrijventerreinen in 
Leopoldsburg benadrukken we de cruciale rol 
die het lokaal bestuur heeft bij het vormgeven 
van het ruimtelijk beleid. Het lokaal bestuur 
kent het terrein, behandelt het gros van de 
vergunningsaanvragen en bepaalt grotendeels 
hoe onze ruimte eruitziet. Gezien het acuut 
tekort aan ruimte om te ondernemen dat er 
vandaag al is, vragen we het toekomstig bestuur 
vooruit te kijken en een strategische voorraad 
voor de (vooral niet-verweefbare) industrie te 
reserveren. Met de bouwshift in het vooruitzicht 
wordt het na 2040 bijna onmogelijk om nog 
bedrijfsruimte in te plannen.  
3. Zorg voor een goed ontsluiting van bedrijventerreinen en tewerkstellingspolen.
Gelet op de beperkte mobiliteitsinvesteringen vragen we meer aandacht te hebben voor de 
ontsluiting van bedrijventerreinen. Doe vooraf een bereikbaarheidstoets bij het inplanten van 
nieuwe bedrijvenzones en andere tewerkstellingspolen zoals de nieuw te bouwen gevangenis. 
Slim ruimtegebruik stimuleert duurzame mobiliteit. Het lokaal ruimte- en vergunningenbeleid 
moet hierop afgestemd worden om tot een integrale aanpak te komen. De ontsluiting van 
(perifere) bedrijventerreinen moet beter. Stem het openbaar vervoer meer af op de noden van 
de bedrijvenzones. Creëer directe en veilige fietsverbindingen naar de bedrijvenzones om woonwerkverkeer met de fiets te faciliteren. Zet in op een vlotte bereikbaarheid van bedrijventerreinen 
voor logistieke operaties, inclusief voldoende vrachtwagenparkings. Lokaal bestemmingsverkeer 
moet steeds mogelijk blijven.