De uit Lommel afkomstige pater Jozef Boets (86) heeft zijn onderzoeksarchief ondergebracht in het Centrum voor Gezellestudie in Antwerpen. Aan het Katholiek Documentatie- en Onderzoekscentrum (KADOC) in Leuven heeft hij voornamelijk zijn rijke correspondentie geschonken. Die reikt verder dan zijn literaire onderzoeksactiviteiten en betreft eveneens diverse kerkelijke en maatschappelijke ontwikkelingen. Boets wijdde zijn wetenschappelijke loopbaan aan de figuur en het werk van priester-dichter Guido Gezelle. Hij werd een eminente en ruim erkende
Gezelledeskundige.
Jozef Boets, assumptionist, verwierf in 1960 een doctoraat Germaanse filologie aan de K.U.-Leuven. Zijn promotor José Aerts (Albert Westerlinck) zette hem op het spoor van de Gezellestudie. In 1966 werd Boets professor aan de UFSIA, waar hij in datzelfde jaar samen met zijn collega Lissens het Centrum voor Gezellestudie oprichtte. Hij zou van de studie en vooral van de uitgave van de werken van de West-Vlaamse dichter zijn levenswerk maken. Daarbij springt vooral de publicatie in het oog van het verzameld dichtwerk van Gezelle. Dat verscheen van zijn hand in acht delen tussen 1980 en 1991. Verder publiceerde Boets talrijke wetenschappelijke artikelen en boeken over de literatuurgeschiedenis in het algemeen en de figuur en het werk van Gezelle in het bijzonder. Hij was stichtend lid van de Guido Gezellekring en is lid van het Guido Gezellegenootschap. (Bron: RKnieuws.net)