Tijdens de viering van 10 jaar Beiaard in Neerpelt was Alfons Thijs de derde spreker. Hij bracht een beklijvend en rijk historisch verhaal over de kleine klok van het Herent, een klok die sinds haar recente verhuis naar Pelt opnieuw een toekomst krijgt, maar voor vele Hentenaren een leven lang het dorpsritme bepaalde. Thijs sprak namens de gemeenschap van het Herent, dat als grootste sponsor (daarbij zinspelend op de 'gift' van de klok) mee de schouders onder het beiaardproject zette.
Hij schetste eerst de context van het gehucht, ooit het grootste van Neerpelt en altijd een sterk gelovige gemeenschap. De snelle bevolkingsgroei leidde begin jaren ’60 tot de bouw van een nieuwe kerk, een project dat volledig gedragen werd door de inwoners zelf. Iedere Hentenaar legde maandelijks 20 frank bij – trouw opgehaald door Cornelius “Neelke” Grieten. Neelke, slager en één van de notabelen van het gehucht, werd later peter van de klok. Zijn bekende zin “moet ge een schijfje saucisse hebben, manneke?” bracht een glimlach in de kerk.
Ook de ongehuwde schooljuffrouw Cecilia Geers, meter van de klok, kreeg ruime aandacht. Samen doneerden peter en meter 7.000 frank – anderhalve maandloon – voor de kleine klok die in 1962 gegoten werd door de Koninklijke Klokkengieterij Petit & Fritsen. Thijs las delen van de inscriptie voor: een zegen over het “stille en vrome gebied” van het Herent, geplaatst in het conciliejaar 1962.
Vervolgens nam Fons de aanwezigen mee door de bouwgeschiedenis van de kerk: de meiboomplanting door de BJB in mei 1962, de eerste spadesteek op Pinksterdag, de eerste steenlegging op 21 juli en de opbouw van de 23 meter hoge toren nog voor de winter inviel. Na een strenge winter werd de kerk in de zomer van 1963 voltooid en op 16 augustus plechtig ingewijd door bisschop Van Zuylen. Dankzij de inzet van de gemeenschap kende het Herent sindsdien tientallen jaren van een levendig parochieleven.
Maar vooral de klokken maakten de plek tot een kloppend dorpshart. Fons beschreef treffend hoe het luiden van de kleine klok verweven was met het dagelijks leven: kinderen mochten “nog één verhaaltje” tot de klok luidde, KLJ startte hun vendeltraining ermee, Herkol-spelers liepen rondjes tot de bel klonk, en wandel- en fietsgroepen van KVLV vertrokken stipt op het luidmoment. Voor velen zonder horloge was het simpel: “Ooh, het is twaalf uur, tijd om te stoppen met werken.”
Toen de kerk de voorbije jaren haar functie verloor, begon de moeizame zoektocht naar een zinvolle herbestemming van het interieur. Veel meubels werden herverdeeld naar kerken, woonzorgcentra, de lagere school, verenigingen en zelfs naar het Mariapark in Lommel. “Maar de klok,” zei Fons, “is het kostbaarste meubel.” De kerkfabriek gaf ze vrijwillig en unaniem aan het beiaardcomité, met de overtuiging dat ze in Pelt een betere invulling krijgt.
Toch bleef de ontmanteling voor de Hentenaren emotioneel. Op 22 oktober luidden de klokken voor het laatst samen. Een dag later werd de kleine klok na meer dan zestig jaar trouwe dienst uit de toren gehaald. Bij het verwijderen verscheen een regenboog boven het gehucht.
Fons citeerde het boek Genesis: “Mijn boog stel ik in de wolken … tot een teken van het verbond tussen mij en de aarde.” Hij koppelde dat aan een mooie zin die hij op ChatGPT las: “De regenboog laat ons zien wat de klokken ons laten horen.”
Fons eindigde met dankwoorden voor de heemkundige kring, het voormalige kerkbestuur en de familie van de peter van de klok. “Het ga je goed Neelke en Cecilia,” besloot hij, “daar hoog en droog in het durrep, voortaan bespeeld door de fluwelen handen van Jan, onze tovenaar. En Jan, ge twijfelde nog aan het geslacht van een klok… ondanks de klepel: ze is vrouwelijk. Behandel haar dus met zachtheid.”
Met zijn warme, rijke en soms ontroerende toespraak gaf Alfons Thijs niet alleen de geschiedenis van een klok mee, maar vooral het verhaal van een gemeenschap die haar hart heeft horen luiden – en dat in Pelt mag blijven horen.