Leon Vanderstraeten is al tien jaar voorzitter van de
Neerpeltse Tennis- en Padelclub (NTPC). Onder zijn voorzitterschap maakte de club een opmerkelijke evolutie door, met de sterke opkomst van padel als meest opvallende wending. “We zitten nu aan zo’n 1.150 leden: 700 padelspelers en 450 tennissers. Dat hadden we tien jaar geleden niet durven dromen.”
Wij spraken met Leon over groei, vrijwilligers en de toekomst van de club.
Leon begon reeds op zijn 12de met tennissen, als ‘klein manneke op de Metallic’, want voor de rest was er in de buurt niks, aldus Leon. Beroepshalve heeft hij ook een ‘sportief verleden’, hij was diensthoofd Sport bij de provincie Limburg. In die tijd moesten de sportdiensten van de lokale besturen nog worden uitgebouwd, Leon zorgde voor de ondersteuning daarvan. Zijn hoofdopdracht was het actief sporten promoten bij de Limburgse bevolking door het organiseren en ondersteunen van allerlei sportinitiatieven. Al die contacten van toen blijken nu nog nuttig in zijn functie van voorzitter van ‘den tennis’.
Leon begon reeds op zijn 12de met tennissen, als ‘klein manneke op de Metallic’, want voor de rest was er in de buurt niks, aldus Leon. Beroepshalve heeft hij ook een ‘sportief verleden’, hij was diensthoofd Sport bij de provincie Limburg. In die tijd moesten de sportdiensten van de lokale besturen nog worden uitgebouwd, Leon zorgde voor de ondersteuning daarvan. Al die contacten van toen blijken nu nog nuttig in zijn functie van voorzitter van ‘den tennis’.
Privatisering jeugdwerking
Op het moment dat we Leon spraken, was het een ‘jeugdige’ bedrijvigheid van jewelste op de tennisvelden van NTPC. Vakantie betekent immers tenniskampen.
Een van de eerste beslissingen die Vanderstraeten nam als voorzitter, was het uitbesteden van de jeugdwerking aan een externe partner. “Dat hebben we acht jaar geleden doorgegeven aan BTO, een professionele tennisschool. Zij organiseren alle lessen, van peuters tot volwassenen, en wij faciliteren: we stellen de accommodatie ter beschikking en maken afspraken. Dat ontzorgt onze vrijwilligers enorm.”
Padel als gamechanger
De doorbraak van padel heeft het clubleven grondig veranderd. “In het begin dacht ik: het is een hype. Maar het is een blijver gebleken. Het is laagdrempeliger dan tennis, geeft sneller succesbeleving, en het sociale aspect speelt enorm mee. Bedrijvencompetities, officiële competities zoals interclubwedstrijden en toernooien, springkastelen voor de kinderen, drankjes achteraf... Het is een andere sfeer dan tennis, maar daarom niet minder waardevol.”
Van tennis naar padel
De club telt vandaag negen buitentennisbanen en vijf indoortennisbanen. Daarnaast zijn er vier buiten- en vijf binnenpadelvelden. “We hebben een deel van de indoorhallen omgevormd tot een padelhal. Een ingrijpende maar juiste beslissing. Nu zitten we aan de limiet van onze capaciteit, al dromen we al wel van een verdere uitbreiding.”
Vrijwilligers blijven cruciaal
Toch blijft de zoektocht naar vrijwilligers een uitdaging. “Velen zeggen ‘ik heb geen tijd’, of vragen hoeveel het oplevert. Gelukkig hebben we een kernbestuur van vier mensen – twee jongeren en twee gepensioneerden – en daar slagen we erin om alles draaiende te houden. Maar op lange termijn zie ik het voor me dat clubs van dit formaat een professionele manager moeten aanstellen.”
Een club die leeft
Met dagelijkse activiteit vanaf 8u30, een druk bezocht cafetaria en (senioren)groepen die de hele week tennissen of padellen, is NTPC een levendige club. “We hebben het cafetaria in concessie gegeven aan zelfstandigen, net zoals de jeugdwerking. Dat maakt het werkbaar. Maar het blijft belangrijk om goede opvolging te vinden, ook voor de uitbaters. Affiniteit met de club is daarbij belangrijk.” Wat minder geweten is: de club huisvest ook een fitnesscentrum, “Body Dedication”.
Hoeveel tijd besteedt Leon aan de club? “Ik ben hier toch doorgaans 2 à 3 uur per dag, naast voorzitter ben ik trouwens ook nog penningmeester.” Binnen het bestuur heeft ieder wel zijn eigen bevoegdheid, minstens één keer per maand vind er een formeel overleg plaats.
Op de vraag hoe lang Leon nog van plan is om voorzitter te blijven, antwoord hij dat het niet gezond zou zijn, noch voor hem, noch voor de club, om dat eeuwig te blijven doen. “Je moet dat niet doen tot je 80 jaar bent hè”. Dan is er toch nog wat marge, want Leon moet nog 73 worden…
Marc Faes