Er is de laatste tijd veel te doen rond de ‘kerken’ die al dan niet moeten verdwijnen of een andere bestemming gaan krijgen. Wat er mee gebeurt, ligt echter vervat in een veel breder kader, dat van de ‘Kloppende Dorpsharten’, zo vertelt Raf Drieskens, als schepen van dorpen en buurt bevoegd voor deze materie. De fusie tussen de beide Pelten bracht de uitdaging om mensen die in de ‘dorpskernen’ wonen niet het idee te geven dat voortaan alles in Neerpelt- of Overpelt-centrum zou gecentraliseerd worden.
Elke dorpskern (Overpelt Fabriek, Holheide, Boseind, Grote Heide, Lindelhoeven, Sint-Huibrechts-Lille en Herent) moet uitgroeien tot een leefbare en toekomstgerichte kern, met ruimte voor wonen, ontmoeten, leren en bewegen.
Het dorpenbeleid is sinds 2020 een speerpunt binnen het strategisch meerjarenplan en werd verder uitgewerkt binnen het ruimtelijk beleidsplan
Peltorama 2050. Hierbij wordt de open ruimte maximaal gevrijwaard, terwijl de dorpen de kans krijgen om op maat te groeien en zich te versterken als levendige woon- en leefomgevingen.
Voor elke dorp moest bekeken worden wat er nog kan, en wat er niet meer kan. En als er iets moest gebeuren, dan moet dat op maat en schaal van het dorp.
Voor Boseind, Overpelt Fabriek en Herent werden in 2023, via het ontwerpbureau A2O, meerdere scenario’s ontwikkeld. Deze werden vorig jaar aan het brede publiek voorgesteld. In Holheide en Grote Heide werd eerder al gewerkt met masterplannen, terwijl in Sint-Huibrechts-Lille de erkenning als dorpsgezicht de basis vormt. In Lindelhoeven is een toekomstvisie in opmaak voor het gebied rond de kerk.
In vijf dorpen speelt de herbestemming van de kerk een centrale rol. Zo maakt de kerk in Boseind plaats voor een nieuw plein met woonruimte en groen, krijgt de kerk van Overpelt Fabriek een ontmoetingsfunctie, en ontstaat in Herent een groen dorpsplein met omliggende bebouwing. Holheide zet in op vernieuwende woonvormen, en in Grote Heide wordt het kerkgebouw herbestemd tot dorpshuis en ontmoetingscentrum. Het verschil tussen een dorpshuis en een ontmoetingscentrum is vaag, Raf Drieskens verduidelijkt aan de hand van de situatie van Grote Heide. Daar ligt nu op het kruispunt Grote Heide en Achelsendijk ‘Dorpshuis ‘t Kruispunt’. Dat verhuist naar wat nu nog de kerk is, maar wat dus een Ontmoetingscentrum zal worden.
Elke dorpskern krijgt een eigen wensbeeld en groeiplan, afgestemd op lokale noden en sterktes. Met dit project wil Pelt de fundamenten leggen voor sterke dorpen waar jong en oud zich thuis voelt – vandaag én morgen.
Schepen Drieskens besluit: ‘De stip aan de horizon’ hebben we al voor ogen, sommige zaken gaan snel gerealiseerd kunnen worden, andere zaken zullen wat langer duren en de route kan tussentijds misschien nog wat wijzigen. Maar die stip aan de horizon, waar we naar toe gaan: die ligt vast.’