Vanmorgen hebben de drie burgemeesters van Bosland - Raf Truyens (Hechtel-Eksel), Jaak Fransen (Overpelt) en Peter Vanvelthoven (Lommel) - aan de Oude Diestersebaan plechtig een engagementsverklaring ondertekend naar aanleiding van de opening van de zaadboomgaard door gedeputeerde Frank Smeets. Deze laatste legde de laatste hand aan een ‘bijenhotel’ waar insecten heel wat geschikte nestelplaats vinden.
Komende zondag 12 juni is er in die zaadboomgaard van 13 tot 16u een plezierig feest voor groot en klein. Bovendien is op hetzelfde moment de vlakbij gelegen testbaan van Ford geopend voor fietsers.
Een zaadboomgaard kan je vergelijken met een fruitboomgaard. In plaats van fruit worden hier zaden en bessen geoogst. Die kweekt men vervolgens op tot jonge boompjes en struikjes. Je vindt in de boomgaard van Lommel soorten die typisch zijn voor de Kempen: zomereik, hazelaar, wilde lijsterbes, sporkehout en jeneverbes. Door op te kweken op één locatie hoeven boomkwekers niet meer het veld in om op soms moeilijk bereikbare plaatsen zaad te plukken van de schaarse moederbomen. In deze boomgaard wordt namelijk bijzonder plantgoed opgekweekt als autochtone, gecertificeerde ‘planten van hier'. Het zijn nakomelingen van bomen en struiken die zich na de laatste ijstijd (10.000 jaar geleden) in onze streek gevestigd hebben. Door de eeuwen heen hebben ze zich aangepast aan ons klimaat, bodem, daglengte,… Ze hebben mechanismen ingebouwd om koude winters te overleven, maar ook een hittegolf met droge periodes kunnen ze weerstaan. Al deze eigenschappen zitten opgeslagen in hun genen en worden dus overgedragen naar de volgende generaties.
De andere zaadboomgaarden in Vlaanderen zijn voor het merendeel eigendom van het Agentschap voor Natuur en Bos. De geoogste zaden en de opgekweekte planten worden gebruikt voor hun eigen domeinen. De zaadboomgaard in Lommel is eigendom van de stad en is de eerste gemeentelijke zaadboomgaard. Hij is 2,5 ha groot en de aanplant zal gefaseerd gebeuren. Vorige winter werden 500 jeneverbessen aangeplant. Volgende winter zullen 200 hazelaars en 200 sporkehout aangeplant worden. De daaropvolgende jaren nog eens 200 wilde lijsterbessen en zomereiken. In 2016 zal de aanplant voltooid zijn.
De gemeenten Hechtel-Eksel en Overpelt en de stad Lommel engageren zich om binnen de gemeentelijke diensten maximaal autochtoon plantgoed te gebruiken, om het gebruik hiervan door inwoners aan te moedigen en om toe te zien op de instandhouding van de nog aanwezige groeiplaatsen van autochtone bomen en struiken.