Oriana Saeren (Vlaams Belang) stelde op de gemeenteraad een
mondelinge vraag over de groeiende onveiligheid in Beringen.
"Explosies aan bushaltes worden in de media omschreven als ‘bommetjes’.
Dat klinkt onschuldig, niet? Maar de realiteit is dat agenten ter
plaatse spreken over zwaar kaliber. Wie liegt er hier? Feit is: de
mensen zijn er wél getuige van, ze horen het, ze voelen het. En ze
worden bang. Aan BE-MINE is het de normaalste zaak geworden dat jongeren
– of beter gezegd: probleemgroepen – rondhangen, dealen, personeel
intimideren, zich gedragen alsof ze de baas zijn. En waarom ook niet? Er
gebeurt hen toch niets".
"Ze racen met auto’s waar gezinnen wandelen. Er worden schoten gelost uit rijdende wagens. En wat gebeurt er? De andere jongeren die daar rondhangen? Die kijken gewoon. Geen paniek. Geen vlucht. Geen schrik. Dat zegt alles: dit is voor hen de normaalste zaa", stelt Oriana.
"Daarom vraag ik hier vandaag, luid en duidelijk, in naam van bezorgde ouders, jongeren, handelaars en burgers:
Wanneer komt er een échte aanpak van de criminaliteit aan BE-MINE en andere hotspots?
Is dit stadsbestuur bereid om concrete maatregelen te nemen zoals het opleggen van plaatsverboden, zoals dat in Ninove gebeurt, zodat de rust eindelijk terugkeert?
Of komt u met andere échte, tastbare maatregelen om ervoor te zorgen dat die zogenaamde 'hangers' ook gewoon eens écht gaan hangen – zonder de hele buurt in angst en onveiligheid te dompelen?
Wanneer steunen we onze politie opnieuw écht? Zodat ze kunnen ingrijpen vóór het escaleert in plaats van erna?
En vooral: is deze gemeenteraad bereid om zich vandaag uit te spreken vóór de veiligheid van onze inwoners – vóór de mensen die zich elke dag opnieuw onveilig voelen in hun eigen stad?, zei Saeren heftig.
Burgemeester Thomas Vints (CD&V) gaf een uitgebreid antwoord:
"Om een duidelijk antwoord te geven op jouw vragen, start ik met enkele duidelijke cijfers uit de meest recente Veiligheidsmonitor van Binnenlandse Zaken. Die bevraging is van vorig jaar en Beringen heeft hier ook aan deelgenomen.
Uit deze bevraging blijkt dat 69%, dus bijna 7 op de 10 inwoners, zegt zich zelden of nooit onveilig te voelen in hun buurt. Dat is een duidelijke verbetering tegenover 2021, en we zitten daarmee in lijn met het Limburgse gemiddelde – zelfs beter dan sommige gelijkaardige steden.
Een onveiligheidsgevoel is natuurlijk subjectief, en ik heb voor alle duidelijkheid veel begrip voor mensen die aangeven zich onveilig te voelen. Maar we mogen die gevoelens niet zonder nuance verheffen tot een objectieve realiteit, zeker als de cijfers anders aantonen.
We erkennen natuurlijk wel dat er aandachtspunten zijn. Daarom blijven we als stad en met onze politie dagelijks actief inzetten op gerichte controles, onder andere aan be-MINE, en we treden op tegen overlast en verkeersovertredingen. Samenwerking met partners, zoals onder meer ARKTOS, jeugdwerkers en blijft essentieel in de aanpak van overlast en onveiligheid".
Aanpak
"De aanpak van criminaliteit en overlast in Beringen loopt al geruime tijd, ook op plekken zoals be-MINE. Over heel het grondgebied is er een gerichte inzet van onze politiezone, in samenwerking met de stad en met partners. We zetten niet alleen in op toezicht en handhaving, maar ook op preventie, monitoring en regelmatig overleg. De situatie op be-MINE wordt van nabij opgevolgd, en waar er zich incidenten voordoen, wordt snel opgetreden.
Wat de vraag betreft naar plaatsverboden zoals in Ninove: die zijn juridisch mogelijk, maar alleen als aan de strikte wettelijke voorwaarden voldaan is. Op dit moment zijn er in Beringen geen dossiers die zwaar genoeg doorwegen om zo’n ingrijpende maatregel te rechtvaardigen. We doen dus niet aan symboolpolitiek, maar kiezen voor maatregelen die ook écht werken. En voor alle duidelijkheid: de situatie in Beringen is niet te vergelijken met die in Ninove. Uit dezelfde Veiligheidsmonitor blijkt dat het onveiligheidsgevoel bij ons aanzienlijk lager ligt. Dat bevestigt dat de context in onze stad anders is, en dat ons beleid ook anders is én zijn effect heeft.
GAS-boetes zijn mogelijk, en bij minderjarigen voorzien we standaard GAS-bemiddeling met een herstelgerichte aanpak. Dat blijkt effectiever dan een boete, want zo werken we aan echte gedragsverandering.
Wat het fenomeen van hangjongeren betreft: jongeren mogen uiteraard samenkomen in het openbaar domein – dat hoort bij jong zijn. Maar als er overlast ontstaat, dan grijpen we in. De hotspots zijn gekend bij zowel de stadsdiensten als de politie. We zetten in op een mix van aanwezigheid, begeleiding en optreden. Met mobiel toezicht, jongerenwerkers op het terrein en goede samenwerking zorgen we ervoor dat hinder wordt aangepakt, en waar het kan, ook voorkomen.
Onze politie krijgt daarbij de steun die ze verdient. Niet alleen moreel, maar ook financieel. De stad verhoogde haar dotatie aan de politiezone en zorgt voor voldoende middelen, manschappen en uitrusting. De politie krijgt de ruimte om op te treden binnen het wettelijk kader. We investeren in vertrouwen en in een sterke samenwerking.
Tot slot wil ik benadrukken dat wij als stadsbestuur altijd aan de kant van de veiligheid staan. We kiezen voor gerichte actie, structurele samenwerking en duidelijke communicatie. Angst mag nooit de basis zijn voor beleid; dat baseren we op feiten, op effectiviteit en op verantwoordelijkheid.
Aan de veiligheid in Beringen wordt dag en nacht gewerkt. Ik sta zelf dagelijks in contact met onze politie en met de mensen op het terrein. En we blijven er élke dag opnieuw voor gaan om ervoor te zorgen dat onze inwoners zich veilig voelen in hun stad.
We mogen en moeten problemen benoemen en dat doen wij ook. Maar het helpt niemand om onze stad af te schilderen als een getto, terwijl de cijfers en de inzet van zovele mensen elke dag opnieuw duidelijk het tegendeel bewijzen.
Beringen is geen stad van angst, maar een stad van mensen die samenwerken aan oplossingen", wist Vints nog te vertellen.