Ann Govaerts (CD&V) stelde op de gemeenteraad een vraag over
de overlast van everzwijnen.
"Nu de zomer
nadert en er veel wandelaars, joggers en fietsers in onze stad actief
zijn, maken wij ons zorgen over de veiligheid van onze inwoners.
Met de komst van jeugdkampen in onze bosrijke omgeving brengt het een
extra bezorgdheid met zich mee. De aanwezigheid van de vele everzwijnen,
die geen schrik meer lijken te hebben van mensen en hun jongen willen
beschermen, kan leiden tot gevaarlijke situaties.
Kan u ons informeren over het huidige plan van aanpak dat er is? Welke
stappen worden ondernomen om de situatie te beheersen? Is er al
nagevraagd bij naburige gemeentes of zij soortgelijke problemen
ondervinden en welke maatregelen zij nemen?".
Schepen Werner Janssen (N-VA) gaf antwoord." Everzwijnen zijn inheemse dieren en het is dus onvermijdelijk dat er af en toe contact is tussen mens en dier. De doelstelling van de stad is dan ook niet om deze dieren volledig te weren, maar om de schade en overlast tot een absoluut minimum te beperken.
Stad Beringen werkt daarvoor nauw samen met verschillende partners: de WBE’s, oftewel wildbeheereenheden, die actief zijn op ons grondgebied, de everzwijncoördinator van het Agentschap Natuur en Bos (ANB), die werkt vanuit het provinciehuis, en indien nodig ook met de faunabeheerders van het Agentschap. Tot op heden is dat laatste nog niet nodig gebleken".
Wat gebeurt er concreet bij meldingen?
"Meldingen die bij de stad toekomen, worden systematisch doorgestuurd naar de bevoegde wildbeheereenheden. Die zet de melding op haar beurt door naar de verantwoordelijke jager of de everzwijnverantwoordelijke binnen de wildbeheereenheden. Het is dan hun taak om ter plaatse een inschatting te maken: wordt het dier mogelijk aangetrokken door bijvoorbeeld etensresten, mesthopen of onbeveiligde eigendommen?"
Zijn er maatregelen nodig of niet?
"We merken daarbij op dat het overgrote deel van de meldingen afkomstig is van private eigendommen. Vaak gaat het om waarnemingen of sporen die wel duiden op de aanwezigheid van everzwijnen, maar die op zich geen overlast vormen. Een goed omheinde tuin waar langs de buitenkant een everzwijn passeert, is bijvoorbeeld geen overlast.
Los van de meldingen via de stad, worden er ook meldingen gedaan bij de jagers zelf of rechtstreeks bij het Agentschap. Wij hebben helaas geen zicht op de opvolging van die meldingen".
Lokale aanpak bij concrete overlast
"Wanneer er lokaal wel sprake is van structurele hinder, zoals recent het geval was ter hoogte van Steenveld, schakelen we in overleg met de wildbeheereenheden over op een meer gerichte aanpak. Zo werd in die buurt een infosessie georganiseerd voor de bewoners. In eerste instantie werd geprobeerd om de dieren te verjagen. Toen dat onvoldoende effect had, werd uiteindelijk overgegaan tot afschot.
We hebben momenteel geen signalen ontvangen dat everzwijnen in onze stad hun natuurlijke schuwheid zouden verliezen.
Bij meldingen van everzwijnen in de buurt van kampeerplaatsen verwittigt de stad ook steeds onze dienst toerisme. Die zorgt ervoor dat de kampeerders duidelijke informatie krijgen over de situatie en over hoe zij zich het best gedragen om incidenten te vermijden".
Samenwerking met andere gemeenten en betrokkenen
"U vroeg ook naar de aanpak in andere gemeenten. Daarvoor is er structureel overleg. De wildbeheereenheden zijn immers vaak gemeentegrensoverschrijdend. Op hun jaarlijkse vergadering worden niet alleen alle jagers uitgenodigd, maar ook de betrokken gemeenten, het Agentschap, natuurverenigingen en de everzwijncoördinator.
Daarnaast is de problematiek van de everzwijnen een vast agendapunt op het Regionaal Milieu- en Duurzaamheidsoverleg, het ambtelijk overleg tussen de provincie en de West-Limburgse gemeenten zoals Beringen, Heusden-Zolder, Leopoldsburg, Tessenderlo-Ham, Lummen, Halen en Herk-de-Stad.
Jachtverpachtingen en proefproject inkleuring
"Alle eigendommen van de stad Beringen en het OCMW zijn opgenomen in een jachtverpachting. Bepaalde percelen zijn nulverpacht — dat wil zeggen dat daar enkel gejaagd kan worden na uitdrukkelijke toelating van de stad, om de veiligheid van andere gebruikers te waarborgen.
De wildbeheereenheid “Zwarte Beek” is eind 2024 gestart met een proefproject om zoveel mogelijk nog-niet-ingekleurde zones binnen en tussen woongebieden wél in te kleuren. Zo kunnen zij bij overlast sneller en efficiënter actie ondernemen.
Drie concrete zones in Beringen werden daarvoor geselecteerd:
De zone Koerselsesteenweg – Piepeleerstraat – Zandstraat – Molendijk – Trompetstraat
De zone Valentijnstraat – Guido Gezellestraat – Hubert Droogmansstraat – Droogmansplein – Heerbaan
De zone Hubert Droogmansstraat – Guido Gezellestraat – Neerstraat
De bedoeling is dat dit proefproject als goed voorbeeld kan dienen voor andere wildbeheereenheden, zowel in Beringen als elders in Limburg of Vlaanderen"
Algemene visie
"Samengevat, everzwijnen worden in principe met rust gelaten zolang ze zich in natuurgebieden bevinden. Zodra er echter landbouwgewassen aanwezig zijn op het veld, moeten ze van die percelen verjaagd worden richting de natuurgebieden.
Tijdens de winterperiode wordt er gericht op populatiebeheer gejaagd. Buiten deze periode mag enkel gejaagd worden wanneer de dieren effectief problemen veroorzaken.
Wij blijven als stad de situatie nauw opvolgen en zetten in op samenwerking, preventie en een evenwichtige benadering tussen natuurbehoud en schadebeperking".