Ik zit bij mijn broer gezellig een bakje koffie te drinken. Op tafel heeft hij een kraslotje liggen. Win for Life. “En, ben je al rijk?” vraag ik. “Jazeker, twee euro! Genoeg voor een nieuw lotje. Wie niet waagt…”
We beginnen te fantaseren. Stel je voor, je wint de grote pot. De Euromillions. Bam, tweehonderdvijftig miljoen op je rekening. Hoe zalig zou dat zijn? Wat zou jij als eerste doen? Een nieuwe auto? Een pied-a-terre ergens in een zonnig land? Een wereldreis? Zou je het uitdelen aan familie en vrienden? Een school of ziekenhuis stichten waar ze dat goed kunnen gebruiken? Tweehondervijftig miljoen is veel geld, maar ook zo op als je niet oppast.
Ik heb wel eens mensen gekend die een flinke smak geld in hun schoot geworpen kregen. Hun huwelijk liep op de klippen. Het woord vechtscheiding was een understatement. Ze eindigden met evenveel schulden als dat ze ooit toebedeeld kregen. Hetzelfde bedrag maar dan met een minnetje ervoor. Careful what you wish for, zeggen ze wel eens.
Wat zou ik doen met tweehonderdvijftig miljoen? Geen idee. Nou ja, ideeën zat, maar ik zie mezelf niet meteen met exclusieve zonnebrillen, opzichtige juwelen of peperdure handtassen rondlopen. Ik zou mezelf uitlachen in de spiegel bij Chanel of Dior. Geen dikke bak, maar als het kan wel een chauffeur die me door het verkeer loodst. Dat lijkt me wel fijn. Reizen? Ja, maar ik zou me behoorlijk opgelaten voelen in zo’n Ritz of Four Seasons tussen al die mensen die wel weten hoe dat moet, belachelijk rijk zijn.
Als ik er zo over nadenk, ben ik al aardig binnen. Ik ben gezond, gezegend met een prachtig gezin, woon in een comfortabel huisje in een schitterend dorp met (doorgaans) aardige mensen. Ik doe mijn werk graag en zie er -naast het brood op de plank- ook de zin van in. Wat wil je nog meer? Bovendien, en dat is misschien wel het belangrijkste, is er nog veel om van te dromen. Genoeg om van te fantaseren zonder dat het per se nagejaagd moet worden of instant bereikbaar is. Ergens op hopen is misschien nog wel mooier dan het ook echt te bezitten. Twee euro winnen met een kraslotje is daarom misschien wel een leukere prijs dan zes juiste cijfers bij de Euromillions. “Wie met weinig kan leven, is heel rijk,” zei Socrates.
Claudia Nieuwenhuizen