Geduld is een schone zaak. Als we dan toch beloond worden, dan gaat het Museum voor Schone Kunsten in Antwerpen een pareltje zijn. Het kunstpaleis op ’t Zuid wordt al jaren verbouwd en gaat pas in 2019 open. De krant vertelt me dat ook Brussel een nieuw museum krijgt. De stad heeft de oude Citroën garage aan de kanaalzone gekocht en zal er samen met het Centre Pompidou uit Parijs voor zorgen dat het een cultuurpool van wereldformaat wordt. Mooi zo. Maar ook hier is het nog even op wachten. Toekomstmuziek dus. Och, kunst is tijdloos, dat wacht wel. Dan maar terug in de tijd. Het speelde zich ook in een garage af. Een Parijse garage. We vertrokken terug naar huis na een driedaags bezoek aan de lichtstad. Het was geen sinecure om uit de garage onder het hotel te rijden. Een enorm steile helling, een gevaarlijke bocht in het midden en dan meteen die drukke Parijse straten op. Toen ik eindelijk de wagen boven gemanoeuvreerd had, ging plots de garagepoort dicht. En ze bleef dicht. Na heel wat luide vloeken geraakten we, stilletjes achteruitend bollend, terug beneden.
Nog een garageverhaal? We hadden bezoek en we waren in onze garage hapjes aan het frituren. Plots moest ik dringend met de auto weg, maar ik had natuurlijk niet meer gedacht aan die gloeiend hete frituurpan achter de auto. Ik reed achteruit en hoorde meteen dat het niet goed zat. De frituurpan was werkelijk, zoals men dat in Lommel zo mooi zegt, in frut van één. Heel toepasselijke uitdrukking ook, met die frituurpan.
Deze verhalen passen trouwens perfect bij de musea uit het begin van dit stukje, want het woord garage komt van het Franse ‘garer’. Opbergen of bewaren. Zoals we schilderijen bewaren, moeten we dat toch ook met verhalen doen, niet?
Rudi Lavreysen