Volgens Raymond van het Groenewoud zijn er in de muziek veel racisten, maar hun kop is leeg, de mode vult ze op. Kijk eens naar mij! Ik hou van veel muziekjes… Wel, Raymond, ik ook. Speel alles graag, wie doet ons dat na? Tja, Raymond…
(cursieve tekst is van het lied Chachacha, liedje uit 1990 van Raymond van het Groenewoud)
Net zoals ik niet alle dagen hetzelfde wil eten, luister ik ook graag naar verschillende muziekstijlen. Maar er is toch een genre waar ik niet meteen zo veel mee heb en dat is rap.
Hé, heb-rap, dat rijmt
en dat is wat telt, naar het schijnt.
Rijm en een beat, meer is het niet.
Rap is voor mij te simpel,
terwijl ik in een warm bad verrimpel.
Et voilà, weeral een lied klaar;
dat bedoel ik maar:
zo schrijf ik er tien op een dag;
een hele plaat vol met de glimlach!
Boem boem tak boemeke tak…
Boem boem tak boemeke tak!
Vroeger was rap nog stoer. Het is dan ook ontstaan uit de onderwereld in New York in de jaren ’70. Brede broeken, zware kettingen, rare kapsels, ruige teksten… en een toek op uw bakkes! Maar het genre heeft zich wereldwijd verspreid en heeft zich aan de commerce overgegeven.
Het is heel wat softer geworden. De rappers van vroeger leefden op straat en ze schreven over hun leefwereld: drugscriminaliteit, oorlogen tussen straatbendes, prostitutie… Met de democratisering van het genre mogen nu ook welopgevoede burgers rappen en het gaat dan ook over meer alledaagse problemen. Zo heb je bijvoorbeeld Brihang die klaagt over een ‘steentje in zijn schoen’ en het oeuvre van Zwangere Guy lijkt wel een uitgave van het notitieboekje van zijn psychiater.
Rap kan dus een therapie zijn en in het weekend mag iedereen dat komen meebrullen op de weide van Pukkelpop. Onze drachtige MC (dit is een ander woord voor rapper en staat voor master of ceremony) wordt er gezien als een van de hoogtepunten.
Dus heel wat mensen denken er anders over dan ik
Het heeft dus geen zin dat ik er verder over zanik
Ik vind het alleen maar een beetje raar,
Maar dat ligt aan mij en nu ben ik ermee klaar.
Boem boem tak boemeke tak…
Boem boem tak boemeke tak!
Jan Verheyen