Mijn puberzonen zitten de laatste tijd meer in de sportschool dan voor de tv. Hoera! Ze sleuren met gewichten en laten elkaar hun opbollende spierballen zien, doen pull-ups alsof het geen enkele moeite kost en stoefen over hoeveel ze kunnen dead-liften. Tot voor kort wist ik niet wat bench press, burpee of barbell betekende. Nu wel.
Een paar maanden geleden zagen ze een affiche van de Euro Muscle Show. Of ze daar, “please-please-please,” naartoe mochten? Dat mocht. Deze week steeg de spanning. Geen dag ging voorbij of ze hadden het erover. Ik hoorde iets over Ronnie Coleman, Kevin Levrone , Samson Dauda, … Geen idee wie dat zijn, maar blijkbaar is dat zo omdat ik van een andere planeet kom. Ze tonen me foto’s van heren in een veel te kleine Speedo met meer spiermassa dan de gemiddelde dikbil-koe. Ze glimmen alsof ze net zijn opgeblonken met boenwas en staan in poses die een normaal mens alleen maakt als je een pot appelmoes niet open krijgt of jeuk hebt op een plekje waar je net niet bij kan.
“Gaaf hè!” Tja, wat zeg je dan? “Ja, gaaf.” Al vind ik het een beetje ranzig, al die spray-tan en die dooraderde armen. De proportie tussen hun hoofd, lichaam en dat zwembroekje…het klopt niet. Doe mij maar gewoon, gezond met een klein beetje spek in plaats van deze opgepompte biefstukken.
Gelukkig zijn mijn jongens inmiddels oud genoeg om een middagje in een grote Amsterdamse congreszaal rond te banjeren zonder dat we mee naar binnen hoeven. Nogmaals, hoera!
Na een paar uur komen ze buiten en vol trots laten ze hun souvenirs zien, met een handtekening van de enige echte Mister Olympia en van Bad Ass himself! Ze raken niet uitverteld. Ze lijken wel te zweven. Al snap ik niet helemaal wat er nou zo mooi is aan het hele gebeuren, zij worden er zichtbaar erg gelukkig van en dat is meer dan genoeg voor een moederhart.
Je idolen ontmoeten, ze de hand schudden en nog tijdenlang op wolkjes lopen, mooi toch! Al kom ik dan niet van dezelfde planeet, zelfs ík kan dat begrijpen.
Claudia Nieuwenhuizen