Ik heb een migratieprobleem, beste lezer, en wel in mijn tuin. Nu het zomer is, moet ik af en toe tijd, aandacht en liefde aan mijn plantjes in de hof geven. Doorgaans vind ik dat niet zo heel erg, maar het bezorgt me ook wel wat kopzorgen.
Zo heb ik te maken met immigranten van de overkant van de straat. Daar staan namelijk enkele eeuwenoude eikenbomen. Als je ze ziet, kan je er alleen maar respect voor hebben. Dat dwingen ze gewoon af: zo stoer, zo groot en zo vol verhalen van alles wat er rond hun stam ooit gebeurd is…
Maar ze strooien hun eikels in onze tuin en hier vinden ze een warm bedje in goede grond. Zo vond ik drie jaar geleden een klein schattig sprietje met een enkel eikenblaadje net naast een rozenstruik. Ik kreeg het toen niet over mijn hart om dat als onkruid mee uit te trekken. En daarbij: dat kleine twijgje hield zich toen al heel erg stevig vast in onze nochtans losse zandgrond. Het leek wel of aan de onderkant iemand in tegengestelde richting trok. Dus toen heb ik toegegeven aan de wilskracht van dit sprietje. Ik vond eigenlijk ook wel dat het recht op overleven had en de eikenbomen aan de overkant bogen zich heel imponerend over me heen.
Ondertussen is de spriet een stengel geworden en die stengel wordt stilaan een stammetje, dat bijna even groot is als ik, maar wel nog lang niet zo stoer. De rozenstruik heeft hij verdrongen; die is weg en dat wringt toch een beetje. Het boompje is net een koekoeksjong dat alle andere kuikentjes uit het nest duwt. Maar ja, ik voel een emotionele band met de nieuwe nog net niet zo stoere eikenboom. Die kan mij straks overleven en kent dan verhalen over ons… Ik wil hem niet meer kwijt, terwijl hij eigenlijk toch een indringer is en hier in de weg staat. Maar goed, hem nu uittrekken lukt nu nog moeilijker dan drie jaar geleden. Nu staat er een heel leger onder aan de wortels tegengas te geven.
Bij wijze van knipoog naar de overbuurbomen heb ik vrede met dit boompje, al besef ik dat het een haat-liefdeverhouding zal blijven, want als hij straks nog groter wordt, staat hij pas echt in de weg. Problemen voor later zeker?
Nu heeft dit verhaal de overkant van de straat bereikt en daar doet het gerucht de ronde dat het bij ons goed toeven is: een warm zanderig bedje, voldoende zonnestralen, af en toe wat regen en de rozenstruiken doen wel een stap opzij. De eikenbomen vuren sindsdien meerdere eikels op onze tuin af in de hoop dat ze hier een beter leven vinden. En wat doen die verdomde vruchten dan? Ze leggen zich net naast een rozenstruik en willen daar hun leven opbouwen. Ik geef een hand en ze nemen een arm, de eikels!
Ik heb het ermee gehad en ga er niet meer over nadenken, laat me niet meer emotioneel inpakken en ik ga de sprieten gewoon uittrekken net zoals ik dat doe met ongewenst gras, paardenbloemen en ander groen. Maar onze Tommy, zo heb ik onze eik ondertussen genoemd, mag wel blijven… Toch zeker nog even.
Jan Verheyen